Sharon verbergt zijn falen achter clichés over 'terreur'

Robert Fisk

Wreed behandeld en onderworpen, hebben Palestijnen het enige verloren dat hen op hun plaats hield: angst.

Afgelopen week gebruikte de Israelische premier Ariel Sharon in één paragraaf het woord 'terrorisme' tot vijfmaal toe: terreur, terrorisme, globale terreur, internationale terreur, en - hoe kan het anders - Arabische terreur. Zelfs de BBC hanteerde opnieuw het Israelische lexicon, toen haar verslaggevers het bij de begrafenis van de Israeli's die omgekomen waren bij de zelfmoordaanslag afgelopen week [in een pizzeria in Jeruzalem] over 'Palestijns terrorisme' hadden. Dat is niet de term die de BBC gebruikte toen, ruim een week geleden, een joodse kolonistengroep een Palestijnse baby en nog twee andere leden van dezelfde familie ombracht. 'Terreur' is thans zowel een Israelische interpunctie als een definitie geworden, een altijd op terug te grijpen ontsnappingsclausule en een kunstgreep om te misleiden.

Want het verbergt voor zowel de Israeli's als voor de rest van de wereld een belangrijke waarheid over de Palestijns-Israelische oorlog die zich aan het ontrollen is: dat de Palestijnen niet langer bang zijn. Dit is een fundamentele gegeven dat de Israeli's nog niet hebben begrepen en waarvan de Amerikaanse regering - die er nog altijd op hoopt dat Sharon de Palestijnen hard genoeg 'aanpakt' zodat ze inbinden, zacht genoeg om massamoorden te voorkomen - zich nog niet eens bewust is. Toenmalig premier Ehoed Barak beloofde afgelopen oktober de Intifada te zullen breken. Zijn opvolger Sharon werd in februari gekozen op basis van de belofte dat hij Israel 'veiligheid' zou verschaffen. Barak faalde en nu is het de beurt aan Sharon.

De goddeloze (wicked) zelfmoordaanslag van afgelopen week in Jeruzalem was niet louter een blijk van wreedheid van Palestijnse zijde. Het bracht ook het noodlottig falen van de Israelische politie en het Israelische leger aan het licht. Immers, die week werd elke Palestijn, die zich in de buurt van de Jaffastraat bevond, gearresteerd en ondervraagd. Twee dagen vóór het bloedbad in de pizzeria, was ik ervan getuige dat Israelische soldaten een Palestijnse arbeider naar de kant van de Ben Jehudastraat sleepten - zo'n 20 meter van het restaurant vandaan en 24 uur vóór de aanslag. Ik zag dat zeven Palestijnen in de rij stonden om in een zijstraat ondervraagd te worden door de Grenspolitie [berucht om de ruwe methoden van haar agenten; red.]. Niettemin wist op de bewuste donderdag [9 augustus] een Palestijn, die zich omhangen had met een lading explosieven en spijkers, een restaurant binnen te lopen, dat op dat moment vol zat met Israelische vrouwen en kinde­ren.

Zeker, de Israeli's hebben verscheidene bomaanslagen weten te verhinderen. De moordaanslag door Israel op een lid van HAMAS in Tulkarem, ruim een week geleden, heeft mogelijk een zelfmoordaanslag in Tel Aviv helpen voorkomen. Maar uiteindelijk weet iemand die een zelfmoordaanslag wil plegen, altijd wel ergens een lacune in de beveiliging te vinden. De Palestijnse vreugdefeesten - het schieten in de lucht, de snoepjes die werden uitgedeeld, het dansen in de straten van de vluchtelingenkampen in Libanon - waren grotesk en obsceen. Maar in een afschuwelijke vorm brachten zijn een angstaanjagende boodschap naar buiten: Dat het mogelijk is om Israeli's - hoe onschuldig of jong ook - te laten lijden, zoals Israeli's onschuldige Palestijnen laten lijden.

Wellicht zijn Israeli's zelf zich hiervan nog niet bewust. Toen Palestijnse kinderen afgeschoten werden door Israelische soldaten voor het werpen van stenen - of voor het zich bevinden in de buurt waar stenen werden gegooid - hebben Israelische woordvoerders de mythe van de 'kinderopoffering' bedacht. Voor de aarts'terrorist' Yasser Arafat jagen Palestijnen - zo wilden zij ons laten geloven - hun geliefde zonen en dochters welbewust de dood in. De dag na de aanslag in Jeruzalem kondigde de woordvoerder van de Israelische regering, Dore Gold, aan, dat Arafats Palestijnen - blijkbaar is er geen verschil tussen het Palestijns Nationaal Gezag (PNA), HAMAS en de Islamitische Djihad - met opzet Israelische kinderen tot doelwit namen. Met andere woorden: wanneer Palestijnse kinderen omkwamen was het de fout van Arafat, maar ook wanneer Israelische kinderen omkwamen lag de fout bij hem.

In werkelijkheid maakt Israel een crisis van zelfbedrog door. Terwijl Israeli's weigeren te erkennen dat hun troepen andermans land bezet houden, dat hun joodse kolonisten (settlers) - het Franse woord colons is accurater, aangezien het hier gaat om een koloniale exercitie - onverminderd door gaan huizen te bouwen op Palestijnse grond, dat zij de Palestijnen altijd ontzegd hebben hun hoofdstad in zelfs maar het kleinste deel van Jeruzalem in te richten - ondanks dit alles hebben de Israeli's zichzelf wijsgemaakt dat zij in een staat van beleg leven.

Wat er werkelijk aan de hand is, is dat de oude structuren ineen zijn gestort. Na 1967, na de bezetting door Israel van de Westelijke Jordaanoever, de Strook van Gaza en de Hoogvlakte van Golan, hebben Palestijnen jarenlang in een toestand van toenemende vernedering geleefd. Zij werkten voor hun nieuwe Israelische bazen en bouwden voor hen joodse nederzettingen op [onteigende] Palestijnse grond. Zij werkten in grote aantallen als collaborateurs. Ik herinner mij een ontmoeting in 1976 met twee Palestijnen die openlijk door Israel als 'politie-agenten' waren aangesteld. In Zuid-Libanon zou de kleinste Israelische invasie Palestijnse guerrillastrijders in paniek in noordelijke richting doen vluchten, richting Beiroet. Op zaterdagen vertoonden zij zich, zwaaiend met hun machinegeweren om in groten getale naar de middagvoorstelling van een bioscoop te gaan, vooral wanneer daar een oorlogsfilm werd vertoond. Een grote mond, weinig moed: de Palestijnen deden wat Israel wilde dat zij deden. Het merendeel van hen was tot zwijgen gebracht, vernederd en gehoorzaam.

Of Libanon hierin verandering heeft gebracht - het voorbeeld  van de Hizbullah die Israelische strijdkrachten een nederlaag heeft toegebracht vormt in gesprekken in Gaza het onderwerp van de dag - of dat de eigen onterving en nederlaag teveel werden om te kunnen verwerken, hoe het ook zij, de Palestijnen zijn langzaam gaan inzien dat zij niet langer hoefden te gehoorzamen. Bijgevolg begonnen zij, na het ombrengen van de eerste Palestijnse stenengooiers, terug te schieten. Israelische tankaanvallen werden beantwoord met mortierbeschietingen. Op Palestijnse zelfmoordaanslagen zijn de operaties van Israelische doodseskaders gevolgd, die op hun beurt weer beantwoord zijn met meer zelfmoordaanslagen. Het favoriete cliché van president Bush - 'de cyclus van geweld' - is juist. Iedere Palestijn die het in vroeger dagen waagde om weerstand aan Israel te bieden, werd zonder pardon vernietigd. Er was geen 'cyclus', uitsluitend repressie. De taal van de macht, zo noemden de Israeli's dat toen. Sharon geloofde erin.

Toen hij de taal van de macht in 1982 in Libanon praktiseerde, liep dit uit op een tragedie voor zowel Israel als voor de Libanezen en de Palestijnen. Maar Sharon heeft niets geleerd. De oude baas gelooft nog altijd in het 'de Palestijnen een lesje leren', ook al betekent dat hetzelfde lesje opnieuw leren aan die andere oude baas, Arafat. Maar die les is niet geleerd. Het Israelische publiek zou graag een herbezetting van de gehele Westelijke Jordaanoever en de Strook van Gaza zien - omdat Israel zogenaamd bloot staat aan een Palestijnse beleg, verliezen zij uit het oog dat het grootste deel van de Westelijke Jordaanoever en de Strook van Gaza nog altijd door Israel wordt bezet - en, in de sinistere bewoordingen van een Israeli die afgelopen week aan de zelfmoordaanslag ontkwam, een 'sterilisatie' van de Palestijnse gebieden. Hoge Israelische legerfunctionarissen weten dat dit een dwaling zou zijn.

Sharon zit inmiddels ingeklemd tussen twee invloedrijke machten - zijn rechtse aanhangers en de strijdkrachten. Dit verklaart waarom zijn 'vergelding' voor de zelfmooraanslag in de pizzeria de verwoesting impliceerde van een leeg politiebureau in Ramallah en de bezetting van een instelling in Jeruzalem die een rol zou hebben kunnen spelen in het herstel van de rust: het Orient House. Zoals Arafat zijn volk een eigen staat in het vooruitzicht stelde en in het verwezenlijken daarvan niet is geslaagd, zo beloofde Sharon zijn volk veiligheid, waarin hij evenmin is geslaagd.

Dit is het probleem dat Israeli's uiteindelijk onder ogen zullen moeten zien. Wanneer een volk zijn angst verliest, dan zal het nooit meer bang zijn. Een volk dat eenmaal zijn angst verloren heeft, kan niet opnieuw angst ingeboezemd worden. Een overmachtig Israel ziet zichzelf daarom gesteld tegenover een kwetsbare maar opstandige bevolking die onder Israelische bezetting leeft. Iedereen die ervaring heeft met het krijgsbedrijf weet, dat wanneer de tegenstander zijn angst heeft verloren, de oorlog niet meer te winnen is.


 

uit: The Independent on Sunday van 12 augustus 2001

Robert Fisk is als Midden-Oostencorrespondent verbonden aan The Independent (Londen) en is gestationeerd in Beiroet.

 

vertaling: Koen Bos

 

Verschenen in Soemoed, jaargang 29, nummer 4 (agustus 2001), pp. 6-7.