'Waar
zitten de echte antizionisten?' Wim
de Neuter De
controverse rond de Arabisch-Europese Liga (AEL) en de leider van deze
beweging, Dyab Abou Jahjah, blijft. De beslissing van de AEL om bij de
komende verkiezingen in Antwerpen (en voor de senaat in Vlaanderen) een
open kartellijst in te dienen, zorgde meteen voor nieuwe commotie. Deze
lijst blijkt in de praktijk vooral op een samenwerking met de Partij van
de Arbeid te berusten. Het gekrakeel binnen het progressieve kamp over
dit initiatief is niet altijd even verheffend. Men verzuimt wel eens om
de AEL en boegbeeld Abou Jahjah op hun standpunten te beoordelen. Die
zijn – om even grof te schematiseren – onder drie hoofdlijnen samen
te vatten: met de integratiepolitiek of het migrantenbeleid is het
grondig fout gelopen in dit land (vanwege een overdosis aan paternalisme,
ook en vooral bij de goedmenende antiracistische, blanke man); de oorlog
van George Bush tegen Irak moet een breed en radicaal verzet op gang
brengen; de bevrijdingsstrijd van het Palestijnse volk verdient een
radicale en coherente solidariteit, die opteert voor een compromisloze,
antizionistische en antikoloniale opstelling. Samen
met de Amsterdamse Midden-Oostenspecialist Robert Soeterik en de
Nederlandse publicist, Peter Edel (zijn boek De Schaduw van de Ster
zorgde in Nederland voor een bijzonder onfrisse polemiek, waarbij de
zionistische lobby zich niet onbetuigd liet), had ik op 18 maart in
Antwerpen een gedachtenwisseling met Dyab Abou Jahjah. Daarbij kozen we
doelbewust voor één gespreksthema: de Palestijnse kwestie. We
vroegen de AEL-leider naar zijn visie op het Israelisch-Palestijns
conflict, naar zijn strategie om deze honderdjarige oorlog te beëindigen,
naar de perspectieven van een duurzame en rechtvaardige vrede en naar de
bondgenootschappen die de strijd van het Palestijnse volk in de huidige
Arabische wereld de nodige ruggensteun kunnen geven. Dyab
Abou Jahjah kiest bewust voor een polariserende strategie. Velen zullen
het daar erg moeilijk mee hebben. Waarbij meteen de vraag rijst wanneer
wij, Europeanen, eindelijk in staat zullen zijn om een eeuwenoude,
ergerlijke trek definitief af te leggen. Wij schrijven de 'onderdrukte
volkeren' nog steeds graag voor wat ze moeten doen en hoe ze de
sympathie binnen het 'kamp van de onderdrukker' moeten winnen, zoals
Abou Jahjah niet ten onrecht opmerkt. Zijn
visie op de huidige krachtsverhoudingen in het Midden-Oosten en het
bondgenootschap tussen de 'Arabische nationale beweging' en de 'Arabische
islamitische beweging' lijkt mij gebaseerd op een voortvarend optimisme.
Mijn wantrouwen (en dat is een understatement) ten opzichte van
de fundamentalistische bewegingen, die in het Midden-Oosten stilaan de
straat hebben ingepalmd, is vele malen groter dan dat van Dyab Abou
Jahjah. Een gesprek. U
bent geboren in een dorp in Zuid-Libanon, onmiddellijk bij de grens met
Israel. Hoe heeft de aanwezigheid van de joodse staat uw leven en dat
van uw familie beďnvloed? Dyab
Abou Jahjah:
Ik kom uit Hanin, een dorp met oorspronkelijk 3000 inwoners, dat dicht
ligt op de grens tussen Libanon en Palestina. Vanaf het dak van mijn
ouderlijk huis konden wij de joodse nederzettingen in Palestina zien. Ik
ben in 1971 geboren, net in de periode toen Israel zich openlijk begon
in te mengen in het zuiden van Libanon. Aanvankelijk gebeurde dat via
collaborateurs van het Zuid-Libanon Leger (SLA), dat geleid werd door
een ex-officier van het Libanese leger, Sa'ad Haddad. Hanin was een
shi'itisch moslimdorp, dat omringd werd door vier christelijke dorpen,
die door het SLA werd gecontroleerd. Het legertje van Haddad wilde dat
de burgemeester van Hanin ook collaboreerde. Maar die weigerde, net
zoals alle andere inwoners van het dorp, dat sterk gepolitiseerd was.
Mijn vader en mijn grootvader vertelden wel eens verhalen over hoe het
was voor 1948 en nadien, toen de staat Israel werd uitgeroepen. Voor de
Libanezen, zeker in onze regio, betekenden grenzen niet zo veel. De
mensen uit ons dorp gingen wel eens naar de stad, maar zij trokken dan
niet naar Sidon, de belangrijkste stad in het zuiden van Libanon, maar
naar Akka in het noorden van Palestina. Voor hen was de grens iets wat
door de Fransen was uitgedacht. Zij hadden heel nauwe banden met de
Palestijnen. In
1975, bij het begin van de burgeroorlog in Libanon, is ons dorp
aangevallen door het SLA. Ik was toen vier jaar. De troepen van Haddad
kregen toen al de steun van Israelische soldaten en helikopters. In ons
dorp werd weerstand geboden, want sommige mensen hadden een wapen in
huis. De handlangers van Haddad hebben toen in Hanin een tiental mensen
vermoord. Officieel was Israel in die dagen nog niet in Libanon aanwezig
of zelfs niet betrokken bij de gevechten. Maar de Israelische militairen
steunden wel zeer actief hun collaborateursleger. Dat waren mijn eerste
ervaringen met de zionistische staat Israel. Alle inwoners werden uit
hun huizen verdreven en het dorp werd met de grond gelijk gemaakt. Pas
in 2000 ben ik eindelijk kunnen terugkeren naar mijn verwoeste
geboortedorp - het was een van de laatste dorpen in Zuid-Libanon die
bevrijd werden. De meeste inwoners van Hanin werden in 1975 verspreid
over Zuid-Libanon. Mijn familie vestigde zich in Sidon. Later
wilde u gaan studeren in het buitenland. Uiteindelijk bent u in België
terechtgekomen. Hoe ging dat? Studeren
was niet echt de eerste betrachting van de jongeren van mijn generatie.
Wij wilden gewoon weg uit Libanon. Wij wilden naar het buitenland. De
meesten van ons wilden niet eens politiek asiel aanvragen. Dat was in
het begin van de jaren negentig. De burgeroorlog in Libanon was net
gedaan en de meeste jongeren zagen het niet meer zitten. 1991-1998 waren
echt dé emigratiejaren in Libanon. Het
Palestijns-Israelisch vraagstuk maakte deel uit van uw kinderjaren. Voor
u was dit heel nabij. Bestaat er volgens u een realistische strategie om
het conflict tussen Israeli's en Palestijnen fundamenteel aan te pakken? Voordat
je het over strategie hebt, moet je duidelijk weten wat je wilt en hoe
je dat wil bereiken. Om
de vraag even anders te formuleren: welk maatschappij- of staatsmodel
heeft u dan concreet voor ogen? Voor
de AEL, net zoals voor de brede waaier van Arabische volkeren, is het
standpunt tegenover de staat Israel zeer duidelijk: wij erkennen deze
staat niet, omdat het een kolonialistische staat is. Voor ons is Israel
een onwettige staat, die op een immorele ideologie is gegrondvest: het
zionisme. En dat is en blijft een racistische ideologie, die streeft
naar het bestaan van een zuiver joodse staat en denkt in termen als 'Een
land zonder volk voor een volk zonder land'. Met andere woorden de
zionisten gaan ervan uit dat sommige volkeren – in dit geval de
Palestijnen – niet bestaan en dus een soort Untermenschen zijn.
In onze ogen was de oprichting van de staat Israel een historische
misdaad. Deze staat is gevestigd op onrechtvaardigheid. En er kan alleen
maar vrede komen eens deze onrechtvaardigheid is weggewerkt. Om zeer
duidelijk te zijn: dat kan alleen als de staat Israel ophoudt te bestaan
en vervangen wordt door een staat waarin Palestijnen dezelfde rechten
hebben als de joodse bevolking en waarin het volledige en
onvoorwaardelijke recht op terugkeer voor de Palestijnse vluchtelingen
is gegarandeerd. Er bestaat geen enkele gegronde reden om vast te houden
aan het zogenaamde joodse karakter van deze staat. Er moet een echte
democratische staat komen, een staat van alle burgers, die zonder enige
discriminatie gelijke rechten en kansen hebben. Om tot rechtvaardigheid
te komen, moet de staat Israël ophouden te bestaan en moet de
Palestijnse bevolking de kans krijgen om terug te keren naar de plaatsen
van waar ze verdreven is – niet alleen naar de Westelijke Jordaanoever
of de Strook van Gaza, ook naar Haďfa, Akka en al die andere plaatsen.
Zo lang dit niet gerealiseerd is, zal er geen rechtvaardigheid bestaan.
En zo lang er geen rechtvaardigheid bestaat, zal er ook geen vrede zijn.
Een simpele analyse? Misschien, maar voor ons de enige mogelijke. Ik
wil er meteen op wijzen dat het doen verdwijnen van de staat Israel niet
betekent dat de joden er als groep moeten worden buiten gewerkt. Voor de
Arabieren was het trouwens nooit een probleem dat joden naar Palestina
kwamen. In hun eerste contacten met de zionisten lieten de Arabische
leiders zelfs zeer duidelijk hun sympathie blijken voor de joodse neven,
die in Europa onderdrukt werden. Het wees ook op een soort naďviteit
bij de Arabische nationale beweging natuurlijk, die aanvankelijk nooit
heeft geloofd dat de zionistische beweging naar een eigen zuiver joodse
staat streefde in Palestina. In de beginfase hadden weinig Arabieren een
probleem met de komst van joden naar Palestina. Maar eens de
zionistische beweging haar echte bedoelingen toonde om een joodse staat
op te richten, kwam er natuurlijk verzet en dat duurt tot op de dag van
vandaag voort. Als
we weten wat we willen, volgt de vraag: hoe gaan we dat bereiken? Maar
het is een nuttige oefening even na te gaan hoe we het zeker niet zullen
bereiken. Zeker niet door de staat Israel te erkennen. Want dan geef je
een legitimering aan deze staat. Je zal het ook zeker niet bereiken door
te stellen dat je het joodse karakter van deze staat zal eerbiedigen.
Want ook dat is een legitimering niet alleen voor Israel, maar ook voor
de ideologische grondslagen van deze staat. En dat is nog erger. Ik
erken onder geen beding het zionisme of het joodse karakter van de staat
Israel. Over de naam van de toekomstige staat kan gediscussieerd worden.
Die naam is voor mij niet eens belangrijk. Maar over het exclusieve
joodse karakter van een staat, is geen discussie mogelijk. Kortom, wij
weten heel goed wat we niet willen. Voor ons kan het probleem ook niet
beperkt worden tot een probleem van grenzen. Het is geen kwestie van
waar we de precieze lijnen trekken en of wij tien procent meer of tien
procent minder grondgebied zullen krijgen. Het is veel fundamenteler dan
dat. In die optiek zijn de Oslo-akkoorden voor ons totaal verwerpelijk,
omdat ze de kern van de zaak beperken tot grenzen tussen twee
verschillende staten, die elkaar wederzijds erkennen. Wij verwerpen ook
de logica die zegt: dit zijn eigenlijk twee volkeren die met mekaar
zouden moeten leren samenleven, maar die niet in staat zijn dit binnen
één staat ook werkelijk
te doen. Deze stelling ontkent precies dat het hier om een probleem van
kolonialisme gaat, dat een land bezet en een ander volk heeft verdreven
en onderdrukt. Het gaat hier over het bestaan van een kolonialistische
staat en niet over twee volkeren die elkaar beter zouden moeten leren
kennen. Hoe
gaan we uiteindelijk bereiken wat we willen? Het zal via een combinatie
moeten gaan van gewapende, politieke, economische en democratische
strijd. De combinatie van al die factoren moet constant aanwezig zijn.
Er moet voortdurend militaire druk worden uitgeoefend op de staat
Israel. Uiteraard kan dit geen totale oorlog zijn, aangezien Israel over
een militair overwicht en over atoomwapens beschikt. Het zal een
constante guerrillaoorlog moeten zijn, die Israël belet stabiliteit te
kennen. De staat Israel mag zich geen moment een 'veilig' en 'stabiel'
land voelen. Maakt
u dan geen onderscheid tussen wat er binnen en buiten Palestina gebeurt?
Men kan zich toch ook vragen stellen over de strategie van de Arabische
staten? Ik
heb het nooit over de strategie van de Arabische staten, die niet in
staat zijn om deze strijd te voeren. Dit is een volksstrijd. De
Arabische staten belemmeren juist deze volksstrijd. Deze strijd berust
niet op Arabische regeringen en betrekt op de eerste plaats
volksorganisaties, die onafhankelijk zijn van de regeringen. Ik denk
zelfs dat de Arabische staten en regimes een van de factoren zijn
geweest, die hebben bijgedragen tot de oprichting van de staat Israel.
Daarom erken ik de rol van de Arabische staten in deze strijd niet. Wat
de gewapende strijd betreft geloof ik niet dat wij voor de Palestijnse
rechten moeten strijden buiten het grondgebied van Palestina. Naarmate
Israel meer veiligheid kent – en dus legitimering – zal het ook
verder blijven bouwen aan zijn koloniale aanwezigheid op het Palestijnse
territorium. Voor mij is dat het allereerste element: deze staat mag
niet van veiligheid kunnen genieten. Een tweede element is de wetenschap
dat dit niet voldoende zal zijn om de overwinning te behalen. De eigen
structuren in Palestina moeten versterkt worden, gezuiverd worden van
corruptie, zodat ze echt in dienst staan van de strijd en de mobilisatie
van het volk. Deze structuren moeten opnieuw in functie staan van het
einddoel van deze strijd en niet in functie van de vraag wie het in 1967
door Israel bezette territorium zal controleren of besturen. Want het
gaat niet om de territoria van 1967. Je moet mensen hebben die in staat
zijn de vijand in de war te brengen – door misschien de indruk te
wekken dat ze tevreden zullen zijn met het grondgebied van 1967. Maar
dit kan alleen maar tactisch zijn, meer niet. Je moet de vijand in de
war brengen, maar tegelijk goed weten wat je wilt. Je moet de
maatschappij voortdurend mobiliseren, zodat ze een verzetsmaatschappij
wordt, die komaf [schoon schip] wil maken met het onrecht van het
kolonialisme en naar echte bevrijding streeft. Tegelijk moeten we ons
bewust zijn van ons demografisch wapen. Wij hebben veel kinderen in de
Bezette Gebieden, maar ook in het gebied waar in 1948 de staat Israel is
opgericht. Dat demografisch element is een tijdbom, die binnen Israel
kan ontploffen. We moeten ons ook heel bewust zijn van de verdeeldheid
binnen Israel zelf. Veel Russische immigranten zijn bijvoorbeeld
Russisch-Orthodoxe gelovigen. Veel van deze immigranten hebben geen
affiniteit en loyaliteit ten opzichte van de staat Israel, wat zeer goed
is voor ons. We moeten ons bewust zijn van de verdeeldheid tussen
Oost-Europese joden (de Ashkenazim) en de zogenaamde oriëntaalse
joden (de Sefardim). We moeten ons goed bewust zijn van de
tegenstellingen tussen de seculiere joden en de religieuzen. We moeten
dat alles in de hand spelen. De tegenstellingen uitbuiten, zodat er meer
antizionisten opstaan in Israel. U
ziet dus perfect een bondgenootschap mogelijk tussen antizionistische
krachten in Israel en de Palestijnse-Arabische strijd? Absoluut,
tenminste als het echte antizionisten zijn. Een echte antizionist in
Israel zal zeggen dat het joodse karakter van de staat Israel hem geen
barst interesseert. Een
paar dagen voor de verkiezingen van 28 januari laatstleden in Israel was
er een lijstverbinding ontstaan tussen de partij van de Palestijnse
volksvertegenwoordiger, Azmi Bishara, de Communistische Partij van
Israel en de pas opgerichte Slavische Unie van voornamelijk Russische
immigranten, die meestal niet-joods zijn. Dat deed me een beetje aan de
AEL denken. Alledrie gaan ze ervan uit dat ze meer belang hebben bij een
samenwerking met de Palestijnen dan met de Ashkenazim. Wij
volgen dat. En dat is nog steeds een hele discussie binnen de
Arabisch-nationale beweging en binnen de Arabisch-islamitische beweging.
Het gaat om onze positie ten opzichte van antizionisten binnen de joodse
gemeenschap in Israel. Het standpunt van de Arabische nationale beweging
en van de AEL is heel duidelijk: wij zijn voor zo'n bondgenootschap als
deze mensen echte antizionisten zijn. En voor ons is een antizionist
iemand die tegen de [joodse] staat Israel is. Je kan geen antizionist
zijn als je voor de staat Israel bent. Die antizionistische mensen zijn
uiteraard onze bondgenoten. Iedereen, die zionist is – jood of
niet-jood – is omgekeerd onze natuurlijke vijand. Voor ons kan een
bondgenootschap met zionisten alleen maar contraproductief zijn. Er is
natuurlijk een hele tactische discussie over de vraag of je geen
bondgenootschap kan aangaan met mensen die het bestaansrecht van de
staat Israel verdedigen, en waarvan je zou kunnen zeggen: ik ga het
bondgenootschap met deze mensen gebruiken tot ik een staat heb op het
gebied dat in 1967 is bezet door Israel. Ik stel echter vast dat deze
tactiek ook contraproductief kan werken. In dat opzicht pleit ik voor
een bondgenootschap met wat ik de Palestijnse joden zou willen noemen:
joden die in Palestina leven en een duidelijk antizionistisch standpunt
innemen. En of deze antizionistische joden nu gelovig, seculier of
communist zijn, maakt mij niet uit, zo lang ze maar een correcte analyse
hebben over de staat Israel. Uw
opvatting over de volksstrijd, het omvormen van de Palestijnse
maatschappij tot een echte verzetsmaatschappij, die in staat is haar
plannen te realiseren, is een zeer militante opstelling. En daar is alle
reden toe, want deze oorlog is keihard. Maar kan u zich voorstellen dat
u met uw militante opstelling veel mensen in het vijandelijke kamp bang
maakt en van u vervreemdt? Er bestaat ook zo iets als psychologie in de
politiek? Ik
weet dat wel, maar dat is niet de analyse die wij maken en die wij ook
niet willen maken. De bevrijding zal afhankelijk zijn van de Arabische
volkeren en niet van de joodse bevolking. Nu, die bevolking heeft ook
een keuze. Zij kan zich aan de kant van de bevrijdingskrachten opstellen.
Maar de bevrijding van Palestina is afhankelijk van de Palestijnen en
van niemand anders. De joodse bevolking kan kiezen om tegen de
bevrijding te strijden of aan die bevrijding mee te werken. Wie in
Israel opkomt voor rechtvaardigheid, moet deze bevrijdingsstrijd steunen.
Hetzelfde geldt trouwens voor de pro-Palestijnen overal in de wereld. Akkoord.
Maar iedereen – ook u – neemt een deel van de geschiedenis van zijn
familie mee. U vertelde het verhaal over uw grootvader. Een belangrijk
deel van de Israeli's zijn joden uit Oost- en West-Europa en hebben de
nazi-periode gekend. De verhalen over de holocaust worden van generatie
tot generatie doorgegeven. Zij zeggen: ooit is er getracht ons op een
industriële manier te vernietigen. Ik
zeg u eerlijk dat dit mij niet interesseert. Maar
toch is het een realiteit. Mijn
standpunt is: het Palestijnse volk is bezet, onderdrukt en wordt
voortdurend aangevallen. Dit volk moet zich verdedigen. Begrijpt
u deze vraag niet verkeerd. Dit betekent niet dat het holocaustverleden
de joden het recht zou geven om met alle middelen een joodse staat
overeind te houden. Een joodse staat blijft de blokkade voor een
rechtvaardige oplossing. Daarover zijn we het eens. De vraag is of u met
een zo uitdrukkelijke militante opstelling zelfs niet de antizionisten
in Israel makkelijk van u verwijdert? De
vraag is dan of het hier om echte antizionisten gaat. En dan voeg ik er
meteen aan toe: een slechte vriend is veel erger dan een goede vijand.
Dan heb ik liever dat deze mensen wegblijven, als ze zo denken. De staat
Israel moet niet verdwijnen omdat het een joodse staat is, wel omdat het
een kolonialistische joodse staat is op niet-joods grondgebied. Stel dat
er daar een Chinese kolonialistische staat was, dan moet die ook weg.
Dat is heel wat anders dan: de joden moeten hier weg. Dat is ons
standpunt niet. Nee,
maar politieke bewustwording, zo weet u uit uw politieke geschiedenis en
wij uit de onze, is een proces. Dat gebeurt niet van de ene op de andere
dag.
De
bewustwording van de Israëlische bevolking is niet mijn doelstelling.
Dat probeer ik duidelijk te maken: de Israeli's – of ze nu bewust of
niet bewust zijn - gaan deze oorlog verliezen omdat hun staat ingaat
tegen de rechten en de evolutie van de geschiedenis. Het kolonialisme
gaat in tegen de geschiedenis en kolonialisten verliezen. Dat is mijn
analyse. Maar los daarvan is bewustwording eigenlijk in hun eigen belang.
Maar het is in mijn belang dat mijn volk zich bewust wordt van de
realiteit van het kolonialisme, de bezetting en de onderdrukking om er
tegen te vechten, maar tegelijk ook open te blijven staan voor dialoog.
Als iemand met mij wil spreken en wil horen waarom ik dit wil, zal ik
hem dat uitleggen vanuit wat ik zelf beleefd heb. Ik kan mij niet
voorstellen dat een echte progressieve jood, een echte antizionist,
hiermee een probleem zou hebben. Want hij maakt dezelfde analyse als ik
van de Israelische maatschappij. Maar
dit soort mensen is binnen de Israelische maatschappij wellicht op de
vingers van één hand te tellen? Ja,
maar dan weten we meteen ook genoeg over die maatschappij. We hebben het
nu heel concreet over een denkfout die de vredesbeweging in Europa
nagenoeg constant heeft gemaakt: de bevrijding van de onderdrukte
volkeren in de kolonies kan maar slagen als die de sympathie hebben in
het kamp van de onderdrukker. In het geval van de Palestijnen kan de
sympathie van de antizionisten in het vijandelijk kamp van groot, maar
nooit van doorslaggevend belang zijn. En het kan nooit de aanleiding
zijn om de boodschap van de bevrijding te gaan aanpassen, om de
mobilisatie af te remmen om meer sympathie te krijgen in het andere kamp.
Dat is contraproductief. Als wij naar onze eigen achterban een dubbele
boodschap gaan verspreiden om meer sympathie in Israel los te werken is
dat totaal contraproductief. Even
concreet: heeft u contacten met Israëlische antizionisten? (zenuwachtig)
Nee. Maar is dit nu echt het onderwerp van dit gesprek? Bovendien, wie
zijn de Israelische antizionisten? De groep Gush Shalom misschien? Wij
kunnen het er met u over eens zijn dat deze Israelische 'vredesbeweging'
vanuit louter zionistische overwegingen over het voortbestaan van de
joodse staat zo snel mogelijk van de bezetting van de Palestijnse
gebieden van 1967 af wil. De Israeli's hebben het zionisme met de
paplepel naar binnen gekregen. Als er iemand hen kan duidelijk maken hoe
gruwelijk deze ideologie wel is, zal het eerder een Israelische of een
joodse antizionist zijn, dan een Arabische. Kijk,
ik heb tijdens mijn studies ooit een paper geschreven over het ontstaan
van de staat Israel en ik heb toen doelbewust alleen maar joodse bronnen
gebruikt (Ilan Pappé, Benny Morris en hun collegae, die worden
aangeduid met de Nieuwe Historici). Had ik alleen Arabische bronnen
vermeld, dan had men mij gegarandeerd aangevallen, omdat ik niet
objectief, maar zelfs antisemiet zou zijn. U
heeft uiteraard een punt als u zegt dat het niet zozeer de taak is van
de onderdrukte om de onderdrukker te behagen en uit te nodigen om tot
zijn kamp te komen. Maar door de steeds scherper wordende confrontatie
tussen Israel en het Palestijnse volk – en het volstaat om naar de
jongste verkiezingsuitslag te kijken – worden de Israeli's steeds meer
in de armen gedreven van de zionistische hardliners. U onderschat
een niet onbelangrijk element: de zionistische beweging is gebaseerd op
het idee dat het gebied dat wordt bezet bij voorkeur moet ontdaan worden
van de oorspronkelijke bevolking: meer dan 750.000 Palestijnen verdreven
in 1948, nog eens meer dan 250.000 Palestijnen in 1967 in de pas bezette
gebieden. Dat dreigt vandaag weer te gebeuren. Wacht
even. Waar bevindt zich de staat Israel? Niet op de maan, niet in Europa,
maar midden in de Arabische wereld. En die staat wil daar ook blijven.
Maar zelfs de zogenaamde transfer (een nieuwe verdrijving of etnische
zuivering van de Palestijnen) is voor Israel geen oplossing. Een
polarisering op basis van ideologie is goed. Maar een polarisering op
basis van etnische argumenten – als ik zou zeggen: met een jood wil ik
nooit spreken – is slecht. Maar op basis van mijn antikolonialistische,
antizionistische visie wil ik polariseren. Omdat dit goed is voor de
bevrijdingsstrijd. Maar alleen moet je dat begrijpen in termen van deze
bevrijdingsstrijd. Als je dat begrijpt in termen van grenzen of
territoriale compromissen, dan heb je natuurlijk de publieke opinie van
de staat Israel nodig. Want tenslotte moet je een akkoord kunnen sluiten.
Ik zeg daarover dat we op dit vlak heel flexibel moeten zijn. Laat een
deel van het Palestijnse volk dat doen. Laat zij verwarring zaaien in
het andere kamp. Maar nog eens, politieke en ideologische polarisatie is
positief, etnische polarisatie daarentegen nooit. Vreest
u dan niet dat deze politieke, ideologische polarisatie die krachten
binnen de
Israelische samenleving gaat versterken, die echt de transfer of
zelfs nog ergere dingen willen realiseren? Krachten die u op geen enkele
manier te lijf kan gaan? Ik
ben optimistischer over de kracht van een onderdrukt volk om zich te
bevrijden en ook over de Arabische dimensie van deze strijd. Ik heb het
niet over de Arabische regimes, wel over de Arabische volkeren. Heeft
u het dan concreet over bewegingen in Egypte die de strijd voeren tegen
de normalisatie van de betrekkingen tussen Egypte en Israël, over de
boycot van Israëlische producten en over bewegingen, die de volksstrijd
van de Palestijnen actief steunen? Absoluut,
maar ook over militante bewegingen, die bereid zijn de wapens op te
nemen. Die netwerken bestaan ook en willen een dubbele strijd voeren:
tegen de staat Israel en tegen de Arabische regimes. Dat zijn netwerken
van de Arabische nationale strijd, die vandaag de verbinding maken met
de Arabisch-islamitische beweging. We zijn vandaag de fase voorbij dat
de Arabisch-nationale beweging werd uitgespeeld tegen de Arabisch
islamitische beweging en vice versa. Vandaag komen we tot een alliantie
van deze twee bewegingen. Ik denk dat dit een zeer krachtige stroming is
en wordt, die niet alleen de Arabische regimes, maar ook de staat Israel
in gevaar kan brengen. Ik hoop echt dat de zionisten niet overgaan tot
een nieuwe transfer. Aan de andere kant, denk ik dat dit een enorm
mobiliserend effect zal hebben voor een echte volksstrijd, die Israel
nog onveiliger zal maken dan vandaag. Dit zal ook een belangrijke
internationale dimensie krijgen. Het conflict zal nog explosiever worden.
Men zal zeggen dat ik een warmonger [oorlogshitser] ben. Maar het
is me te doen om vrede en rechtvaardigheid. In die zin zeg ik ook: zoek
geen nieuwe transfer van de Palestijnen. Dat heeft namelijk twee kanten:
voor ons is dat de essentie van het vraagstuk. Het gaat ons om
bevrijding en rechtvaardigheid. Dus weg met het zionisme. Aan de andere
kant zeggen wij aan de joden: wij willen jullie niet buitenzetten en ook
niet onderdrukken. Het probleem is echt niet dat er in Palestina joden
wonen. Het probleem is dat de Palestijnen daar niet meer wonen. Op een
bepaald moment kwam er vanuit de Arabische nationale beweging de
woedende – en begrijpelijke – reactie: we gooien alle joden buiten.
Vandaag is deze beweging tot een rustiger conclusie gekomen: Oké, zij
mogen daar blijven wonen, maar wij kunnen niet aanvaarden dat zij
exclusieve rechten hebben op onze grond. Op basis daarvan moeten we naar
een 'één-staat-oplossing' komen. Wat
voor soort staat moet dat dan zijn? Een
democratische staat, zoals die er ook moet komen in de rest van de
Arabische wereld. Een democratie met gelijke rechten en respect voor de
verscheidenheid. Niet
een bi-nationale staat? Neen. Waarom
niet? Bi-nationaliteit
of multiculturalisme kunnen wel geďnstitutionaliseerd worden in deze
staat. Voor een jood kan het familiale recht bijvoorbeeld gebaseerd zijn
op bepaalde toepassingen van de joodse religie. Wie seculier is kan
kiezen voor een seculier stelsel. De moslims voor een moslimstelsel. Ik
denk dat een seculiere lekenstaat naar Europees model niet goed zou zijn
voor de moslims en voor de joden. Wat het familiaal recht betreft zouden
joden, moslims, christenen voor een eigen rechtssysteem moeten kunnen
kiezen. Wij voegen daar ook de seculiere dimensie aan toe: de seculiere
burger moet voor een seculier rechtssysteem kunnen kiezen. Niet alleen
in Palestina moet dit systeem er komen, ook in de andere Arabische
staten. Op termijn kan er dan gewerkt worden aan een confederatie van al
deze Arabische staten. Maar voor ons kan het probleem met het zionisme
alleen maar worden opgelost, als er één staat komt. U
zegt dat er op dit ogenblik een alliantie is ontstaan tussen de Arabisch
nationale beweging en wat u de Arabisch islamitische beweging noemt. Hoe
ziet u de krachtsverhouding tussen beide bewegingen? In het vrij recente
verleden hebben we toch een aantal zeer alarmerende voorbeelden gehad
van de manier waarop de islamitische beweging de nationale beweging
gewoon uitroeit. Ik denk aan Iran, waar de islamitische beweging, eens
stevig aan de macht, de hele nationale beweging (met de volksmoedjahedin,
de fedayin en zelfs de communistische Toudeh-partij) heeft geliquideerd
– met tienduizenden doden als balans. Het
is een feit dat de krachtsverhouding op dit ogenblik in het voordeel is
van de islamitische beweging. Dit is dé beweging op het niveau van de
straat, de massa. Maar die beweging heeft een ideologische evolutie
doorgemaakt. De Arabische nationalisten waren de sterksten in de jaren
zestig en zeventig en zijn in de jaren ’80 totaal failliet gegaan, als
gevolg van Camp David, maar ook omdat al hun regimes dictatoriaal waren.
Kijk naar Syrië en Irak, waar de nationalisten totaal geen programma
meer hadden, om de bevolking te mobiliseren. De nationalisten hadden
vaak ook echte bourgeois of kleinburgerlijke intellectuelen in hun
rangen, die maar al te graag in een goed daglicht stonden bij de
regeringen. Daarop komt dan de opkomst van de islamitische beweging,
binnen de Arabische wereld, maar ook vanuit Iran. Lange tijd waren deze
twee bewegingen tegengestelde polen. Wat zien we echter vandaag? De
Arabische nationalistische beweging is niet langer louter seculier, in
de zin van antireligieus. Zij erkent dat de islam in de Arabische
cultuur en beschaving een belangrijke rol speelt, net zoals de orthodoxe
religie dat doet in een land als Griekenland of het katholicisme in
Ierland. Als je daar geen rekening mee houdt, bots je op een muur.
Binnen de islamitische beweging heeft zich een gelijkaardige verandering
voltrokken. Daar zegde men: het is niet omdat ik moslim ben, dat ik geen
Arabier kan zijn. Ik kan beiden zijn. Als je hun recente geschriften
leest spreken ze – in tegenstelling tot vroeger – over de Arabische
natie. Dat is nieuw want vroeger hadden ze het alleen over de
islamitische oemma (de islamitische natie). Nu spreken ze over de
Arabische oemma. Ze hebben het begrip natie minder religieus en
meer politiek gemaakt. De moslimbroederschap zegt vandaag zelfs dat de
Arabische eenheid een doel op zich is. Vroeger hadden ze het uitsluitend
over de islamitische eenheid. Dat is een evolutie binnen de islamitische
beweging, die mede veroorzaakt wordt door het ontstaan van een nog
radicalere stroming binnen hun rangen (los van de traditionele
moslimbroederschap en los van de Iraanse invloedssfeer). Die stroming
noemen wij de 'Arabische Afghanen'. Zij zijn aanhangers van een
interpretatie van de islam, die niet Arabisch is, maar volledig uit
Pakistan en Afghanistan afkomstig is. Dat is een strakke
zwart-wit-interpretatie van de islam, die door de Arabische islamitische
beweging als uitermate extremistisch wordt beschouwd. Deze
beweging van 'Arabische Afghanen' is zeer dogmatisch en totalitair. Wie
gaat hun invloed indammen? Die
beweging is binnen de Arabische wereld zeer marginaal. Meent
u dat echt? Ik
zal u een voorbeeld geven: Algerije. Het Islamitisch Heilsfront (FIS)
was eigenlijk een fractie van de moslimbroederschap. Deze partij won de
verkiezingen en had eigenlijk de regering moeten vormen. Dat was de mainstream
van de Algerijnse islamitische beweging. Daarnaast bestond de kleine
kern van 'Arabische Afghanen', die niet geloofde in de verkiezingen. De mainstream
wordt door het Algerijnse regime, samen met de 'Afghanen', naar het
verzet en naar de bergen geduwd. Maar de ideologische verschillen tussen
die beide groepen blijven. Binnen het verzet krijg je dan een
ontploffing. De GIA ontstaat, een combinatie van 'Afghanen' en het
criminele milieu (onder meer van de drugshandel). In de Algerijnse
bergen en in het maquis was er meer strijd tussen de GIA en de
andere delen van de islamitische beweging dan tussen de GIA en het
regeringsleger. Inmiddels zijn de meeste mainstream-militanten
van het FIS terug geďntegreerd in de Algerijnse maatschappij. Ze hebben
gebruik gemaakt van de amnestiewetten van president Bouteflika. De GIA
is in de bergen gebleven. Het probleem is natuurlijk niet opgelost. Maar
de frustratie en de woede van het FIS over de GIA is enorm groot. De
FIS-militanten werken nog liever mee met het corrupte regime, dan nog
langer te moeten toezien op wat de gekke moordenaars van de GIA in naam
van de islam in het land aanrichten. Die
evolutie merk je overal in de Arabische wereld. De islamitische beweging
werkt liever samen met de seculiere nationalisten en zelfs goddeloze
communisten, dan met die knettergekke mannen, die uit Afghanistan komen.
Als zij de wapens opnemen tegen de Verenigde Staten, mogen zij dat doen,
maar wij willen niet dat zij ons hun wetten komen dicteren. Dat is wat
de mainstream onder de islamitische bewegingen over de 'Afghanen'
denkt. Ook
in Palestina zijn de twee islamitische bewegingen - HAMAS en de
Islamitische Jihad - deel van die mainstream van de
moslimbroederschap. Aanvankelijk wilde de moslimbroederschap geen strijd
met de staat Israel. Vandaar de afscheuringen Islamitische Jihad en
later HAMAS. U
zei daarnet dat de alliantie van de Arabisch nationale beweging en de
Arabisch islamitische beweging belangrijk is voor de mobilisatie en het
verzet, niet alleen in Palestina, ook in de andere Arabische landen. U
zei ook dat die strijd niet alleen politiek en economisch is, maar ook
militair. Hebben die 'Afghanen' hierin wel een plaats? Ik
herhaal het nog eens: deze krachten zijn echt marginaal. En als we het
over de gewapende strijd hebben, waarom niet? Iedereen mag de wapens
opnemen, maar niet iedereen mag zich bemoeien met de culturele,
maatschappelijke en ideologische opbouw van ons verzet. Hun project is
contraproductief, ook voor ons. Hun project is niet ons project. Kan
het niet dat dit gewoon een principekwestie is? Groepen 'Afghanen', die
geassocieerd worden met de Taliban of Osama bin Laden, hebben
aanslagen gepleegd – niet alleen op 11 september 2001 in de Verenigde
Staten. In zwart Afrika hebben ze aanslagen gepleegd op Amerikaanse
doelen met meer dan 200 doden, waarvan slechts een achttal Amerikanen.
Hier kan u zich toch alleen maar van distantiëren? Zeker
en vast. Ook in Egypte hebben deze groepen aanslagen gepleegd, waarbij
vele gewone Egyptenaren zijn omgekomen. En dat is voor ons ideologisch
absoluut verwerpelijk. Maar als deze groepen vandaag gaan vechten tegen
hun vroegere meesters is dat voornamelijk een probleem voor die vroegere
meesters. Dat is niet ons probleem. Zij vormen een geweldig probleem
voor de Verenigde Staten en voor landen als Egypte of Algerije. In ieder
geval krijgen deze groepen niet de steun van de Arabische bevolking. En
zij bepalen in geen geval de manier waarop de strijd tegen Israel moet
worden gevoerd. Ik heb het over de mainstream: bewegingen die
banden hebben met de moslimbroederschap of Iran en die de voorbije jaren
een heel duidelijke evolutie hebben doorgemaakt en in alliantie gaan met
het verzet en de volksstrijd. De 'islamisten' zijn HAMAS, Islamitische
Jihad, Hizbullah in Libanon en groepen van de moslimbroederschap in
Jordanië en Egypte. Niet Osama bin Laden, die een paria is. Wim
de Neuter is publicist en werkt voor de Belgische niet-gouvernementele
organisatie Oxfam-Solidariteit.
|
verschenen in Soemoed,
jaargang 31, nummer 2, maart - april 2003, pp. 16-22
|