Moshé Machover
De laatste tijd bestaat er een groeiende tendens onder de
tegenstanders van de Israelische onderdrukking en de verdedigers van
de Palestijnse rechten om het Israelische beleid ten aanzien van de
Palestijnen als 'apartheid' aan te duiden.
De 'Afscheidingsmuur' die Israel op Palestijnse grond bouwt wordt vaak
als 'Apartheidsmuur' afgeschilderd. Een internationale conferentie
over Palestina die voor 5 december 2004 in de School of Oriental and
African Studies in Londen op het programma stond, werd door de
organisatoren getiteld als 'Verzet tegen Israelische apartheid:
strategieën en beginselen'.
Graag zou ik willen waarschuwen tegen het klakkeloos gebruik van deze
misleidende analogie tussen het Israelische beleid en dat van het
voormalige apartheids-regime in Zuid-Afrika. Het is theoretisch
onjuist en politiek schadelijk.
Dat neemt niet weg dat de twee veel trekken gemeen hebben. Beide zijn
kwaadaardig racistisch; beide leggen in zekere mate een scheiding
tussen etnische groepen op. En dat is niet toevallig. Beide zijn loten
van dezelfde stam: de colonial settler state [in politicologisch
jargon ook wel aangeduid met 'vestigings-kolonialisme'; red.] Het is
waar, Israel en het Zuid-Afrika van de apartheid waren zolang deze
staat bestond, de laatste twee nog bestaande actieve voorbeelden van
deze soort.(1) Israel resteert nog als enige.
Maar het punt is dat zij behoren tot twee verschillende soorten van
hetzelfde geslacht. Alle colonial settler-maatschappijen zijn gebouwd
op exploitatie van de hulpbronnen van het land dat zij koloniseerden:
Allereerst de grond die zij van de inheemse bevolking wisten af te
nemen, waardoor deze onteigend werd. Het beslissende verschil tussen
de twee soorten was wat er terecht kwam van de onteigende inheemsen.
In het ene kolonisatiemodel werd hun arbeidskracht een van de inheemse
hulpbronnen – ja, de enige hulpbron – die door de kolonisten werd
geëxploiteerd. Het etnische konflikt tussen de twee groepen werd
daarmee tot een soort klassenstrijd. Dit model wordt in bijna zuivere
vorm vertegenwoordigd door het Zuid-Afrika van de apartheid.
Het andere model veronderstelde de eliminatie van de inheemse
bevolking, niet zozeer hun exploitatie maar uitroeiing dan wel
verdrijving. Israel is een levend voorbeeld van dit model. Wie zoekt
naar een leerzame parallel moet niet naar Zuid-Afrika kijken, maar
eerder naar de geschiedenis van de Indianen in Amerika, zie Dee
Brown's Bury my Heart at Wounded Knee - An Indian History of the
American West.
Apartheid was een instrument om de uitgebuite inheemse bevolking – de
meerderheid van de bevolking – als onderdeel van dezelfde economie
binnen boord te houden en daarmee in essentie ook als onderdeel van
dezelfde maatschappij als die van de kolonisten, hun uitbuiters. Maar
dan wel zonder het feitelijk toe te geven en zonder de eerstgenoemden
burgerrechten te geven. Officieel waren de inheemsen burgers van
namaak-staten - de Bantoestans. Maar het laatste wat de architecten
van de apartheidsstaat wilden, was dat de zwarte Afrikanen echt zouden
vertrekken. Hun arbeidskracht was immers van vitaal belang voor zijn
economie.
Het zionisme overwoog nooit de stichting van een Palestinostan voor de
Palestijnse Arabieren [Palestijnen]. Het plande vanaf het allereerste
begin ze kwijt te raken om zo een zuiver joods 'Land van Israel' te
kunnen creëren. Deze voorafberaamde politiek – die in de zionistische
literatuur 'transfer' wordt genoemd – werd op grote schaal in de
oorlog van 1948 toegepast. De Palestijnse minderheid die de opkomende
Israelische staat – uit gebrek aan tijd of de gelegenheid daartoe –
niet van zijn grondgebied wist te verdrijven, leek geen ernstige 'demografische
bedreiging' te vertegenwoordigen. Dat neemt niet weg dat wel hun grond
voor het grootste deel werd onteigend en aan joodse nederzettingen
werd overgedragen. Zij werden ernstig gediscrimineerd en vele jaren
onder militair bestuur gesteld, Maar - en dat is cruciaal –
elementaire burgerrechten werden hun niet onthouden. Zij zijn
Israelische burgers en zij hebben stemrecht voor de Knesset.
Een nieuw probleem ontstond als gevolg van de Juni-oorlog van 1967.
Israel kreeg toen ineens geheel Palestina onder kontrole en een deel
van Syrië. Maar vanuit zionistisch gezichtspunt gezien ging deze grote
aanwinst aan land - de vervulling van hun natste dromen - gepaard met
één sta-in-de-weg: Een grote Palestijnse bevolking, waaronder veel
vluchtelingen en hun nakomelingen als gevolg van de etnische zuivering
van 1948. Deze bevolking die niet 'uit zijn plaatsen was "weg te
branden"', zo realiseerden de zionisten zich, 'zou het fundament van
onze staat wel eens kunnen vernietigen'.(2) Israel slaagde er wel in
om sommige van de pas bezette gebieden etnisch te zuiveren, zoals de
gehele Hoogvlakte van Golan, de Latroun saillant in de richting van
Jeruzalem en sommige vluchtelingenkampen nabij Jericho. Maar het
merendeel van de bevolking van de Westelijke Jordaanoever en de Strook
van Gaza was nog altijd niet 'uit hun plaatsen weg te branden'.
De zionisten van alle grote partijen - van de Arbeidspartij zowel als
van Likoed – wensten vurig de 'transfer' van zoveel mogelijk
Palestijnen. Zij verschilden alleen op het punt van wat mogelijk werd
geacht. De meer pragmatisch of voorzichtig ingestelden onder hen
dachten dat de 'wereld' (wat voor Israel vooral neerkwam op politici
en opiniemakers uit de Verenigde Staten) een massieve etnische
zuivering niet zou toestaan. Anderzijds werd het duidelijk - in het
bijzonder tijdens de Eerste Intifada [1987-1993] - dat Israel directe
controle van de Palestijnse bevolking niet zou kunnen bekostigen. Deze
meer pragmatisch ingestelde zionisten zagen uit naar een Palestijns
leiderschap dat dit werk voor hen zou opknappen: Het controleren en
onderdrukken van de Palestijnen om daarmee de veiligheid van Israel te
garanderen. Dit was de essentie van de Akkoorden van Oslo [van na
1993] die Shimon Peres aan Yitzhak Rabin wist te verkopen en – niet
minder belangrijk – aan Yasser Arafat.(3)
Als 'Oslo' zou zijn doorgevoerd, dan zou dit inderdaad tot iets als
een Palestijnse Bantoestan hebben geleid met als resultaat dat de
zionistische colonial settler state meer en meer zou samenvallen met
het apartheidsmodel. Maar zo zou het niet gaan. Het plan stuitte op
krachtige tegenstand bij meer optimistische of fundamentalistische
zionisten zoals Ehoed Barak in de Arbeidspartij en de meeste leiders
van de Likoed. Net op tijd voor hen werd Rabin vermoord. De regering
van Binjamin Netanyahu die vervolgens aantrad, schoof de uitvoering
van Israels aandeel in de Oslo-uitverkoop op de lange baan en hielp
'Oslo' daarmee om zeep. De daaropvolgende Israelische premier, Barak
van de Arbeidspartij, zette in Camp David-II dit beleid met meer
subtiele middelen voort door Arafat nieuwe voorwaarden te dicteren,
valselijk verpakt als een 'genereus aanbod', dat zelfs hij niet kon
accepteren.
De daarop volgende premier Ariel 'Bulldozer' Sharon - trouw aan zijn
legendarische bruutheid en bloeddorstigheid - volgde weer een andere
taktiek: Die van de vernietiging van de hulpbronnen van het Palestijns
Nationaal Gezag (PNA) en tegelijkertijd een taktiek van het bewust
provoceren van Palestijnse zelfmoord-acties. Zo kon Arafats
incompetentie als Israels veiligheidsagent aan het licht gebracht
worden, diens nutteloosheid bewezen worden, evenals diens irrelevantie
vanuit zionistisch gezichtspunt.
Wat Sharon & Co voor ogen staat is niet echt een apartheidsregime. Zij
zijn er niet in geïnteresseerd om de Palestijnen permanent op hun
plaats te houden als onderworpen bevolking. Hun plan is om zoveel
mogelijk Palestijnen etnisch te verdrijven [etnische zuivering]. Dit
vereist uiteraard wat in zionistische taalgebruik she'at kosher - het
geschikte moment - wordt genoemd. Een algehele omwenteling in het
Midden-Oosten zou zo'n geschikt moment kunnen vormen. Zonodig kan dit
laatste daadwerkelijk worden uitgelokt.
Intussen dient de Palestijnse bevolking te worden versnipperd en
gescheiden – niet alleen van de Israelische joden maar ook binnen hun
eigen gemeenschap, het ene dorp van het andere, de ene wijk van de
andere. En laten we ons niet vergissen: Dit gaat niet in de richting
van een Bantoestan, het heeft meer weg van een serie
Indianen-reservaten.
Door een en ander met apartheid gelijk te stellen mist men het meest
essentiële punt. Het kan ook pro-Palestijnse propaganda aan kritiek
blootstellen: Verdedigers van het zionisme kunnen gemakkelijk aantonen
dat de Palestijnse burgers van Israel - hoewel ze geen gelijke rechten
hebben - niettemin aanzienlijk beter af zijn dan de zwarte
Zuid-Afrikanen dat waren onder de apartheid.
Maar, veel belangrijker nog: Het spreken over Israelische 'apartheid'
leidt de aandacht af van veel grotere gevaren. Immers, inzoverre het
gaat over de meeste Palestijnen, is de zionistische politiek veel
erger dan apartheid. Apartheid kan worden teruggedraaid. Etnische
zuivering is oneindig veel moeilijker terug te draaien. Zeker niet op
korte of middellange termijn.
Dat neemt niet weg dat er één groot verschil is tussen het
zionistische kolonisatie-project en dat van de Verenigde Staten. Toen
deze laatste zijn 'manifeste bestemming' had bereikt en zich van
oceaan tot oceaan uitstrekte - waarbij de inheemse bevolking tot stof
vermalen werd - gold een 'klaar is Kees': Niet langer opjagen en
uitroeien van Indianen. In het geval van het zionistische Israel - om
het even hoe ver het zich kan uibreiden (en het zal zeker behoefte
hebben zich verder uit te breiden om vroegere expansies te kunnen
beschermen en verdedigen) – het zal altijd omringd blijven door
Arabieren. Als de Arabische wereld zich ooit zal verenigen, kan deze
het zionistische expansionisme verslaan en terugdraaien.
Maar dit zal een verreikende omvorming van de Arabische wereld
vereisen, het einde van de huidige heersende klassen en de eenwording
van de Arabische natie.
noten
1 Er zijn enkele andere staten te noemen die zo tot stand gekomen zijn,
maar zij zijn opgehouden actief te zijn - zoals een uitgedoofde
vulkaan nog altijd als berg bestaat, maar niet langer een actieve
vulkaan is.
2 Joseph Weitz, 'A solution to the refugee problem - a state of Israel
with a small Arab minority'; in Davar van 29 september 1967. Formeel
was Davar het dagblad van de Histadroet [Israelische vakbeweging/werkgever;
red.], doch in feite het orgaan van de Israelische Arbeiderspartij
[later Arbeidspartij]. Weitz was lid van die partij, een apparatchik,
die een centrale rol heeft gespeeld bij de voorbereiding van de
'transfer' [massale verdrijving; ethnische zuivering] van Palestijnen
vóór 1948 en en de grootschalige doorvoering daarvan in de periode
1948-49.
3 Elders heb ik stilgestaan bij de redenen van Yasser Arafat om de rol
op zich te nemen van politiechef in Israelische dienst.
uit: News from Within (West-Jeruzalem), Volume 21, Number 1 (december
2004 – januari 2005); pp. 12-13
Moshé Machover werd in 1936 in Tel Aviv (Palestina) geboren. Hij is
aan tal van onderwijsinstellingen in Israel en Europa verbonden
geweest en is emeritus hoogleraar Filosofie aan de Universiteit van
Londen.
vertaling: Kees Wagtendonk
Zie ook: 'Israel & de Palestijnen - een apartheidslogica' van Leila
Farsakh in het vorige nummer van Soemoed.
Verschenen in Soemoed, jaargang 33, nummer 2 (maart - april),
pp. 12-14
|