christelijke zionisten - een verhaal apart Victoria Clark
De Israelische minister van Toerisme, Benny Elon - een rabbijn -wacht nog steeds op de messias, terwijl Benny Hinn gelooft dat hij reeds 2000 jaar geleden gekomen is en weer is heengegaan, maar dat hij binnenkort terug zal keren. Hoe dan ook, Hinn en Elon zijn het erover eens dat er behoefte bestaat aan het grootst mogelijke Groot-Israel. De televisiedominee kwam tot dat standpunt door het Oude Testament letterlijk te interpreteren. Dat is karakteristiek voor Amerika's protestantse evangelicale beweging. Gods belofte aan Abraham, zo weet hij, betekent dat de joden een wijds uitgestrekt land krijgen dat maximaal het grootste deel van het Midden-Oosten omvat, en zeker de Westelijke Jordaanoever en de Strook van Gaza. Elons Nationale Unie Partij - een van de kleine rechtse partijen die de regering van Ariel Sharon steunt - verzet zich eveneens tegen de huidige 'Routekaart naar Vrede' [zie de bijlage van het mei-augustusnummer van Soemoed; red.] en voorziet een Palestijnse staat alleen in Jordanië. Eind april verzekerde Elon joodse kolonisten op de Westelijke Jordaanoever dat er in de Verenigde Staten invloedrijke christenen zijn die niet zullen toestaan dat zij hun huizen kwijt zullen raken, 'mensen die wild enthousiast zijn over Israel en geloven in de annexatie van Judea en Samaria [kolonistentaal voor de Westelijke Jordaanoever; red.] en zelfs over het deporteren van Palestijnen uit het Land Israel'. 'Vergeleken met hen ben ik een duif', zou hij volgens Ha'aretz hebben gezegd. Misleidt Elon zichzelf en de kolonisten over de invloed die deze pro-Israelische christenen hebben? Het is tegenwoordig algemeen bekend dat Amerika's joodse lobby, alsmede de regerende neo-conservatieven die in hun plannen voor een nieuw Midden-Oosten Israels veiligheid centraal stellen, niet alleen staan in hun bezorgdheid over Israel. Minder duidelijk is welk deel van de 25 procent van het Amerikaanse electoraat dat claimt te behoren tot de 'evangelicale protestantse kerken' – viervijfde van hen steunt de Republikeinse Partij – zich inzake Israels claim op de Westelijke Jordaanoever en de Strook van Gaza op grond van de bijbel sterk genoeg voelt om obstakels op te werpen tegen elk door de Verenigde Staten geleid vredesplan [regeling; red.].
Historisch gezien tenderen de meeste variëteiten van christendom in de Verenigde Staten naar filosemitisme, zelfs in het reactionaire zuiden, waar de joden het voordeel hadden witte Europeanen te zijn en geen zwarte Afrikanen. Vandaag de dag denken grote delen van het Amerikaanse publiek gunstig over Israel, simpel en alleen vanwege zijn bondgenoot met de Verenigde Staten, dan wel als een eenzame kapitalistische democratie [?] in het Midden-Oosten. Zo'n algemene sympathie wordt krachtig versterkt door de pro-Israelische gevoelens van evangelicale christenen. Michael Cromartie van het Centrum voor Ethiek en politiek in Washington zegt: 'Het kan zijn dat evangelicalen van mening verschillen over de wijze waarop het Oude Testament moet worden uitgelegd, maar zij hebben wel een intuïtieve gehechtheid aan Israel – ze zijn nog steeds van mening dat Israel speciaal is.' Levert die neiging een bepaald stembusgedrag op? John Green, de directeur van het R.C. Bliss-Instituut voor toegepaste politiek van de Akron Universiteit van Ohio specialiseert zich in het monitoren van de politieke invloed van de religie. Hij heeft uitgerekend dat 10 tot 15 miljoen van de 29 à 30 miljoen evangelicale christenen die in naam de Republikeinen steunen (bij de laatste presidentsverkiezingen bedroeg het totaal aantal stemmen voor George Bush jr. 50 miljoen) zijn 'mensen die denken dat het tegen de wil van God is om druk op de Israelische regering uit te oefenen'. Voor dergelijke mensen komt de zorg voor Israel onmiddellijk na de strijd tegen abortus. Deze 10 tot 15 miljoen evangelicalen worden vaak christelijke zionisten genoemd, hoewel ze zichzelf, vager, als wedergeboren christenen zien, als 'fundamentalisten' in de vroeg-twintigste-eeuwse Amerikaanse betekenis van het woord, of als bijbel-gelovige christenen. Na meer dan 20 jaar grondige bestudering van deze subgroep van evangelicalen geeft Green de voorkeur aan de theologische benaming van 'dispensationalisten'. Dispensationalisme is een theologische stroming die opkwam gedurende Amerika's religieuze 'grote ontwaken' van het begin van de 19e eeuw en die nu een renaissance doormaakt. Dat laatste is wellicht toe te schrijven aan het feit dat men binnen deze stroming - die de wereldgeschiedenis in zeven onderscheiden perioden of 'dispensaties' indeelt - heeft uitgerekend dat de mensheid thans de zevende en laatste periode is ingegaan. Dit betekent dat het einde van de wereld nabij is en dat de druk toeneemt om tot de geredden te worden gerekend. Dispensationalisten stellen het moderne Israel gelijk aan het Israel van het Oude Testament. Voor hen zijn de Israeli's de nakomelingen van Abraham aan wie God voor eeuwig het Land Israel heeft geschonken. Het verschil met religieuze joden is hun geloof dat de wederkomst van Christus niet zal plaatsvinden voordat de joden naar Israel zullen zijn teruggebracht en een aantal van hen tot Christus zal zijn gekomen. De slag van Armageddon en het einde van de wereld, zoals wij die kennen moeten daarop volgen, waarna het tijdperk van Christus' 1000-jarig rijk van vrede zal aanbreken. De instroom van de joden in Palestina in het begin van de 20e eeuw, de stichting van het moderne Israel in 1948 en de verovering van Jeruzalem door de Israeli's in de Zesdaagse Oorlog [Israelisch taalgebruik; wij hanteren de term 'Juni-oorlog' (1967); red.] waren even zovele bewijzen van de uitwerking van Gods plan. Hieruit volgt dat er geen sprake kan zijn van een Palestijnse staat in bijbels Israel; de joodse nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever moeten blijven en zelfs worden uitgebreid. Jeruzalem moet Israels hoofdstad zijn en niet worden gedeeld met een Palestijnse staat. De heiligste moskeeën van de stad, de Rotskoepel en de Aqsa, moeten eens worden verwoest en plaatsmaken voor de in de bijbel voorspelde bouw van de joodse Derde Tempel. In de denktrant van de dispensationalisten is het logisch einde van al deze bijbelse imperatieven dat het Israel van vandaag onvoorwaardelijke steun moet krijgen - financieel, diplomatiek en militair - aangezien het zijn moslimse vijanden bestrijdt voor het recht op een door God beschikt bestaan. 'Deze ideeën zijn gemeengoed in religieuze kringen en binnen organisaties die er in de Verenigde Staten politiek toe doen', aldus Green. 'In een typische Baptisten-kerkdienst is een verwijzing naar het "einde der tijden" en naar de moderne staat Israel een gewone zaak.' Het was Richard Land, een van de leiders van de grote Zuidelijke Baptisten Conventie – een macht van betekenis in de zuidelijke staten – die de slogan bedacht: 'de Bible Belt is Israels veiligheidsgordel.' Tegenover de Los Angeles Times verklaarde Land een jaar geleden dat hij geen Baptisten-kerk kon bezoeken of de mensen smeekten hem Israel niet in de steek te laten. De zuidelijke televisie-dominee John Hagee stelt op zijn website: 'Wij steunen Israel omdat alle andere naties door mensenhand zijn geschapen, maar Israel werd door Gods hand geschapen!' en hij vervolgt met een lijst van 'solide bijbelse argumenten waarom christenen Israel moeten steunen' – Gen. 12:3, Rom. 15:27, Mt. 25:40, Ps. 122:6, Lk. 7:5. In 1998 rechtvaardigde hij zijn inzamelingsaktie van een miljoen dollar om de nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever te steunen met een simpel beroep op een hogere autoriteit: 'Ik ben bijbel-geleerde en theoloog en vanuit mijn perspectief overstijgt de wet van God de wet van de regering van de Verenigde Staten.' Hagee staat niet alleen in zijn directe steun aan de illegale nederzettingen. De Christian Friends of Israeli Communities (CFOIC) werd in 1995 opgericht en werkt met een soort twinning-programma tussen nederzettingen en Amerikaanse kerken. Zo'n 50 nederzettingen zijn tot dusver op het aanbod ingegaan. Anders dan de meeste Amerikaanse oplevingen in fundamentalistische godsdienstigheid zijn de dispensationalisten nimmer van het toneel verdwenen. 'Zij stralen een permanentie uit die wellicht samenhangt met hun goed ontwikkelde theologie', aldus John Green. Al in 1979 gooit de populaire dispensationalistische televisie-dominee Jerry Falwell koud water op de pogingen van de toenmalige president Jimmy Carter om een vrede in het Midden-Oosten te bewerkstelligen, door te verklaren dat er 'geen werkelijke vrede in het Midden-oosten zou komen voordat de Here Jezus op de troon van David in Jeruzalem zetelt'. Falwells inspanningen ten gunste van Israel werden door voormalig Likoed-premier Menachem Begin gehonoreerd door hem een Lear straalvliegtuig te schenken. Ten tijde van de verkiezing van de Republikeinse president Ronald Reagan in 1980 identificeerden de supporters van Falwell zich openlijker met de Republikeinse Partij en zijn Moral Majority vormde een belangrijke lobbycampagne ten gunste van zijn partij. In de jaren negentig is de Moral Majority overgegaan in de Christian Coalition met de dispensationele televisie-dominee Pat Robbertson aan het hoofd, wiens Christian Broadcasting Network vorig jaar een kanaal voor nieuws over Israel in het leven riep. Green zegt dat in de jaren negentig 'het werkelijke verhaal de politisering van deze mensen was'. Hij nam deel aan conferenties van de Christian Coalition in Washington, waar workshops over fondwerving plaatsvonden en over kandidaatstelling in de Republikeinse Partij, voor het gemeentebestuur of voor het bestuur van de oudervereniging van een school. 'Negentiende van deze evenementen gingen over hechte politieke organisatie - en slechts ééntiende over de christelijke boodschap', aldus Green. In de voorbereidingsronde van de verkiezingen van 2000 kwam de Christian Coalition op het idee om buiten de evangelicale kerken om 70 miljoen stemadviezen te verspreiden ten gunste van Bush jr. Het feit dat de Christian Coalition thans aan het verlopen is - de cijfers zijn niet eenduidis, maar men schat het aantal aanhangers op 600.000, tegenover 2 miljoen in de topperiode - wordt als een bewijs van succes gezien. 'Het gevoel heerst dat er niet langer aan een Moral Majority of aan een Christian Coalition behoefte bestaat, en wel omdat de Republikeinse Partij als organisatie nuttiger is', aldus Green. Noch president Bush, noch zijn topadviseurs zijn zelf dispensationalisten. Bush en anderen – inclusief zijn tekstschrijver Michael Gerson – vallen eerder onder het brede evangelicale christelijke kamp. Maar Bush spreekt wel hun taal en het was zijn bekentenis dat hij verzonken was in zonde, voordat hij als christen werd wedergeboren, dat dankzij de evangelicale stem de presidentiële voorverkiezingen van 2000 in zijn voordeel uitvielen. Green stelt vast dat vanwege de doorgaans lage opkomst 'voorverkiezingen geknipt zijn voor goed-georganiseerde ideologische groeperingen'. In veel delen van het land, met name in het zuiden, kunnen de evangelicalen de selectie van de kandidaten bij de Republikeinse voorverkiezingen op alle politieke niveaus beïnvloeden. Evangelicalen maken meer van hun stemrecht gebruik dan de overige Amerikanen. Ook voor 2004 kan Bush kan redelijk zeker zijn van de stem van de evangelicalen - steun die naar men zegt bijna even belangrijk is als die van de zakenwereld en belangrijker dan die van de wapenlobby, de anti-belastinglobby of de lobby van de libertijnen - lobby's die een belangrijk deel van de Republikeinse coalitie vormen. De enige manier waarop Bush die steun kan verspelen is door te dicht bij het politieke centrum te komen of door Israel te hard de richting van een regeling op te duwen. De stemmers van christelijk rechts zouden in dat geval evenmin op de Democraten gaan stemmen, maar gewoon thuis blijven. Op de 28e mei dit jaar klaagde Michael Freund in de Jerusalem Post dat Sharon de zionistische visie had verraden door de Routekaart te aanvaarden. Zijn remedie?: 'Alleen door de president duidelijk te maken dat in de campagne van 2004 Amerikaanse christenen en joden een directe link zullen leggen tussen hoe zij stemmen en hoe hij inzake het Midden-Oosten handelt kunnen we hopen uitvoering van dit verradelijke plan te frustreren.' Zal Bush op zijn schreden terugkeren in geval hij erachter komt dat hij mogelijk een paar miljoen evangelicale stemmen gaat verliezen door Israel de Routekaart op te leggen? Green denkt van wel. Het zal waarschijnlijk afhangen van de vraag of die verloren stemmen vervangen zullen worden door voldoende stemmen van gematigden, van wie het waarschijnlijker is dat zij voor Bush gaan stemmen. Armageddon moet nog maar even wachten Niet alle joden in Israel of in de Verenigde Staten voelen zich getroost door de steun van de dispensationalisten. Zij merken op dat tweederde van de Israelische joden verwacht worden te sterven in de grote slag van Armageddon, terwijl het resterende derde deel zich tot het christendom bekeert. Gershom Gorenberg, de Israelische auteur van Het einde der dagen, heeft zijn lezers erop gewezen dat christelijke zionisten 'niet van echte joden houden. Zij houden van ons als karakters in hun verhaal, in hun toneelstuk'. In de Washington Post waarschuwde Gorenberg vorig jaar oktober dat de christelijke zionisten 'in de naam van een fundamentalistische theologie steun bieden aan een politiek van de harde lijn die de positie van Israel in gevaar brengt'. Op grond van het Palestijnse geboortecijfer zullen de Palestijnen in Israel (samen met die van de Bezette Gebieden) snel het aantal joden in aantal overtreffen, tenzij zij een leefbare eigen staat krijgen. Gorenberg is niet de enige liberale Israeli die dit naar voren brengt en de vijandschap van de christelijke zionisten tegen de idee van een Palestijnse staat op de Westelijke Jordaanoever en in de Strook van Gaza ziet als iets dat eerder zal leiden tot het einde van Israel dan tot het einde van de wereld. Maar Likoed-regeringen verwelkomden de invloed van lieden als Falwell op Reagan. Zolang Israel omgeven is en geterroriseerd wordt door Arabische vijanden, zo redeneren politici van de Likoed, heeft het land behoefte aan alle vrienden die het maar krijgen kan. Armageddon kan wel even wachten. Sharon wist precies hoe hij zijn christelijke supporters in de Verenigde Staten moest aanspreken toen Colin Powell suggereerde dat hij moest stoppen met het uitbreiden van de nederzettingen. 'U wilt dus dat de vrouwen van de kolonisten abortus plegen?', was zijn commentaar. Toen in 1980 13 ambassades uit protest tegen het feit dat Israel Jeruzalem als zijn hoofdstad uitriep uit Jeruzalem naar Tel Aviv werden verplaatst, nam de christelijke steun voor Israel vastere vorm aan door de vorming van de zichzelf in het leven geroepen 'International Christian Embassy Jerusalem' (ICEJ). Deze officieel klinkende betiteling is door de traditionele kerken van de stad met hun lokale overwegend Arabische congregaties woedend ontvangen. De orthodoxe, katholieke, anglicaanse en lutherse kerken vinden de Palestijnen en de nieuwtestamentische leringen van Christus aangaande gerechtigheid belangrijker dan het goddelijk verbond aangaande het joodse land. Het christendom in het Heilige Land spreekt met twee verschillende stemmen en er is geen twijfel aan, welke stem de voorkeur heeft van de heersende macht. De entree-hal van de ICEJ hangt vol foto's van Likoed-leiders die de inspanningen van de ICEJ ten behoeve van Israel bejubelen. Opvallend afwezig is een foto van Ehoed Barak, de leider van de Arbeidspartij, die het dichtst in de buurt van een vredesverdrag [sic] met Arafat kwam. Met haar 60-man personeel, een budget van naar schatting 8 miljoen dollar (1999) en met zo'n 100.000 leden, besteedt de ICEJ zonder winstoogmerk het grootste deel van haar middelen en haar energie aan pogingen de profetieën aangaande de joden en hun land te helpen vervullen. Sinds de ineenstorting van het communisme in 1991 heeft de ICEJ het vervoer van 60.000 sovjet-joden naar Israel gesubsidieërd, van wie er 15.000 zijn overgevlogen met jumbo-jets, die door de ICEJ waren gecharterd. De ICEJ legt niet zozeer de nadruk op de fijne puntjes van het dispensationalisme, maar op de beleidslijn dat Israel steun toekomt, na al het leed dat de joden is aangedaan. Elk nummer van haar Nieuwsbrief bevat een nieuwsoverzicht en een herhaling van haar curieuze missie: 'De kerk uitdagen om zich te houden aan haar bijbelse verantwoordelijkheden jegens het joodse volk, om Israel te herinneren aan de schitterende beloften die haar in de bijbel zijn gedaan, en om een bron van praktische bijstand te zijn aan het gehele volk van het Land Israel.' Een recent nummer bevatte een résumé van wat de organisatie in de achterliggende zes maanden had bereikt. Dit kwam neer op de sponsoring van twee 'waarderingsdiners' voor Israelische soldaten die uit de Westelijke Jordaanoever waren teruggekeerd, het bijeenbrengen van 65.000 dollar voor de aanschaf van een kogelvrije bus voor schoolkinderen in de nederzetting Efrat, en de subsidiëring van de aanleg van twee beveiligde speelplaatsen in de nederzetting Gilo. David Parsons is een welbespraakte jonge advocaat uit North-Carolina en redacteur van de Nieuwsbrief van de ICEJ. Hij rechtvaardigt het op de bijbel gefundeerde optreden van de ICEJ op de heetste plek ter aarde op de volgende wijze: 'Volgens de bijbel zal dit conflict tot een hoogtepunt komen ten tijde van het einde der wereld. We kunnen niet zomaar aan de kant blijven staan en toelaten dat de islam het joodse volk opnieuw een Holocaust indrijft [sic]. Deze oorlog gaat over het herstel van de joden in Zion naar Gods belofte. Dit conflict is door de profeten aangekondigd!' Parsons schrijft Arafat toe 'de vader van het wereld-terrorisme' te zijn 'de man die de andere moslims onderwees hoe het moet'. Hij is het met Sharon eens dat Israels strijd tegen het terrorisme even gerechtvaardigd is als die van Amerika. '9/11 was een poging om een wig te drijven tussen de Verenigde Staten en Israel en de boodschap uit te zenden: 'Als jullie Israel opofferen zal dit niet gebeuren.' De manier waarop hij hoofdstukken en verzen uit de bijbel citeert staat iedere normale discussie in de weg. Maar alvorens hij toegeeft mij niet te kunnen bekeren, vertelt hij me dat de Routekaart veel te genereus is voor de Palestijnen en dat de invloed die de Europese Unie op de tekst heeft gehad veel te sterk is geweest. 'Als het aan mij ligt krijgen de Palestijnen geen enkel deel van de Westelijke Jordaanoever om een staat op te richten. Ik zou ze de Strook van Gaza geven en dan alleen voor een proefperiode van 10 jaar. Na al dat terrorisme verdienen ze toch ook niet meer?' President Bush is een man met wie de ICEJ min of meer gelukkig is om zaken mee te doen. 'Ik denk niet dat hij deel heeft aan de volle openbaring, al denk ik wel dat hij tot ons kamp behoort.' De afgelopen twee jaar van terreur was hij Israel gunstig gezind – hij heeft Israel toegestaan de schuilplaatsen van de terreur binnen te gaan en ze schoon te maken.' Maar, zo denkt Parsons, Bush heeft ook een ernstige fout gemaakt: Hij had de islam nooit mogen aanduiden als een godsdienst van vrede. Elke herfst - wel of geen Intifada - 'troost' de ICEJ Israel door duizenden christelijke zionisten uit verre oorden bijeen te brengen, zoals de Verenigde Staten, Australië, Noorwegen, Brazilë, Zuid-Afrika en Groot-Brittannië, om het joodse Loofhuttenfeest te vieren, anticiperend op een tijd na de Wederkomst [van Christus] wanneer 'alle volken' naar Jeruzalem zullen komen en zich zullen verheugen. De deelnemers bezoeken daar ook lezingen waarvan sommige gericht zijn op het corrigeren van wat de ICEJ beschouwt als een tendens in de nieuwsvoorziening tot pro-Palestijnse berichtgeving. Niemand zal vervolgens het hoogtepunt van de week missen – de toespraak van Israels premier. Afgelopen september nog was het Sharon, die temidden van 2500 juichende en fluitende mensen benadrukte dat Jeruzalem de eeuwige hoofdstad van Israel was. De jaarlijkse solidariteitsmars van de christelijke zionisten door West-Jeruzalem trok afgelopen jaar weinig Israelische belangstelling, maar een hoofdartikel in de Jerusalem Post riep de joodse lezers op om de demonstranten te beschouwen als oprechte sympathisanten van Israel, meer dan als christenen op een zendingsmissie, die erop gericht is hen te bekeren. Al hetgeen waarin zij geïnteresseerd zijn, zo werd in het hoofdartikel gesteld, is om te leven 'in overeenstemming met Gods belofte aan Abraham: "Ik zal zegenen die jou zegenen en vervloeken die jou vervloeken".' De christelijke zionisten beweren inderdaad dat de Verenigde Staten er wel bij hebben gevaren door joden aan haar kusten te verwelkomen en door Israel te steunen met inmiddels zo'n 3,5 miljard dollar per jaar. En wie twijfelt er nog aan Gods vloek over de naties die Israel hebben vervloekt? Duitsland is - na de holocaust - in de tweede helft van de 20e eeuw opgedeeld geweest, en Rusland leed 75 jaar onder het communisme, na de pogroms van de 19e eeuw. En het hoeft geen verbazing te wekken dat de moslimwereld geen welvaart kent.
De ICEJ is niet de enige die de liefde tussen Israel en de Amerikaanse christenen aankweekt. Een Israelische rabbijn, Yechiel Eckstein, is al 15 jaar bezig met fondswerving ten behoeve van emigratie naar Israel. Zijn Jerusalem Friendschip Fund bracht in 2001-2002 onder christenen 15 miljoen dollar bijeen en zijn Jerusalem Prayer Team rekent procureur-generaal John Ashcroft, Jerry Falwell en Richard Land onder zijn leden. Een andere leidende steunpilaar is de Californische auteur van de goedverkopende 'Left Behind' boekenserie, Tim LaHaye. LaHaye en co-auteur Jerry Jenkins hebben in de achterliggende jaren meer dan wie ook gedaan om de dispensationalistische visie breed te propageren. Van hun tien boeken zijn in de afgelopen acht jaar 50 miljoen exemplaren verkocht. Het laatst verschenen boek, The Remnant belandde vorig jaar rechtstreeks op de bestsellerlijst van de New York Times. En in 2001 was de roman Desecration: The Antichrist takes the Throne een bestseller. De dispensationalistische LaHaye ging uit van de oudtestamentische profeten en van het bijbel boek Openbaring met zijn de haren-ten-berge-rijzende voorspelllingen over de periode die voorafgaat aan de Wederkomst van Christus. En hij dacht zich in hoe het einde der wereld zich zou voltrekken in hedendaagse vorm. Jenkins voegt daar nog eens de stijl van een thriller vol vaart en geweld aan toe. De 'pre-millennium'-vorm van LaHaye's dispensationalisme gaat uit van het geloof dat vóór de slag van Armageddon en de Wederkomst van Christus er een 'rapture' (vervoering, extase) zal zijn waarin diegenen die God zal uitkiezen en belonen met Zijn bescherming tegen de verschrikkingen van de 'eindtijd', veilig zullen worden weggevoerd naar de hemel. De 'rapture' zoals LaHaye die zich voorstelt, wordt veroorzaakt door een aanval op Israel. In het eerste boek van de serie vindt deze plaats terwijl zijn held zich aan boord van een vliegtuig bevindt. Degenen die achtergelaten worden, moeten tijdens de heerschappij van de antichrist zeven jaren van 'rampspoed' doorstaan. LaHayes antichrist is het Roemeense hoofd van de Wereldgemeenschap – een nauwelijks verhulde toespeling op de Verenigde Naties - welker kwalijke cohorten 'peacekeepers' genoemd worden en wier hoofdkwartier het moderne Babylon is, Baghdad. De achtergelatenen ondergaan bij hem verschillende beproevingen en avonturen in hun gevecht met de antichrist voordat ze uiteindelijk komen tot de erkenning van Christus. De joodse held is een charismatische rabbijn die tot Christus is gekomen. De serie hoont iedereen die zich door de trucs van de antichrist laat beetnemen – in het bijzonder zijn notie van wereldvrede, multicultureel begrip of ontwapening. LaHaye was medeoprichter en bestuurslid van Jerry Falwells Moral Majority. Toen hij eens te gast was bij CNNs Larry King Live toonde hij zich verheugd dat zijn boeken de mensen weer terugbrachten bij het boek Openbaring. Hij heeft ook zijn opinies over 9/11 met het publiek van Falwells show Luister Amerika gedeeld met de woorden: 'Wij bevinden ons in een religieuze oorlog en een agressie is nodig tegen het seculiere humanisme.' Op zijn website staat dat 'Gods profetische tijdsklok van de gebeurtenissen der eindtijd' begon te tikken op het moment dat de staat Israel werd gesticht.
'Het dispensationalisme-geloof is niet zoiets als het geloof in UFOs', aldus John Green. 'Dit geloof heeft relevantie voor kwesties op het politieke beleidsterrein. Als Bush de unilaterale actie van de Verenigde Staten identificeert met het plan Gods, dan zou het wel eens kunnen zijn dat de serie van de Achtergelatenen ervoor heeft gezorgd dat zijn oproep als zinnig overkomt.' De invloed van de dispensationalisten en de grotere wereld van christelijk-rechts moet niet worden overdreven – en hun aantal lijkt in 15 jaar niet te zijn gegroeid. Uit een recent onderzoek bleek dat zes van de tien wedergeboren christenen zich niet op de bijbel of de leer van de kerk als hun voornaamste morele richtsnoer verlaten. Niettemin is hun invloed op de Amerikaanse cultuur en politiek niet te onderschatten en in potentie krachtig genoeg om een regeling van het konflikt in het het Midden-Oosten te verhinderen. Met een populaire wedergeboren christen in het Witte Huis die opereert in een klimaat van vrees, dat wordt gecreëerd door de oorlog tegen islamitisch-fundamentalistische terreur en met een hernieuwd engagement ten aanzien van het Midden-Oosten, valt nauwelijks in te zien hoe of waarom hun invloed zou afnemen.
uit: Prospect - Politics, Essays, Argument van juli 2003 Victoria Clark doet onderzoek naar de geschiedenis van de christelijke invloed in 'het Heilige Land'. vertaling: Kees Wagtendonk verschenen in Soemoed, jaargang 31, nummer 5, september - oktober 2003, pp. 27-32
|
|