gesprek met Georges Corm 'Het Westen heeft het zaad van het geweld zelf gezaaid' Dominique Simonnet Eeuwen van imperialistische overheersing zijn nog niet genoeg geweest. Het Westen liet niet na nieuwe branden te stichten. Vanaf 1918 hebben eerst Frankrijk en Groot-Brittannië en vervolgens de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten het Midden-Oosten gekoloniseerd, grenzen getrokken, wrokgevoelens bij bevolkingsgroepen gewekt en dictatoren en islamisten gekroond. Het is het Westen, dat het zaad van het geweld zelf heeft gezaaid, zo stelt de Libanese intellectueel [en eind jaren negentig Libanons minister van Financiën in de regering van Salim al-Hoss; red.] Georges Corm. Het is het Westen dat het Midden-Oosten op de knieën heeft gedwongen. In deze dagen, waarin wij aan de gehele planeet lessen in moraal geven, zouden wij er beter aan doen ons eigen aandeel aan verantwoordelijkheid in deze kwestie in herinnering te roepen. De Arabische wereld is dit aandeel niet vergeten. Corm heeft niet nagelaten te wijzen op wat hij noemt de neergang van de Arabische wereld. Tegenwoordig is hij verontwaardigd over verkeerde opvattingen, het geschipper en de lafhartigheid die de relatie tussen de Arabische Oriënt en het Westen ondergraven. In het Midden-Oosten eindigt de Oudheid in 1919, heeft u ooit geschreven. Deze formulering is op zijn minst verrassend. Wat wilde u ermee zeggen? In het Midden-Oosten markeert het einde van de Eerste Wereldoorlog inderdaad de ineenstorting van het antieke model: Die van de grote imperialistische structuren waarin de religies, de volkeren, de talen zich onderling mengden. Toen het Turks-Osmaanse Rijk, dat [met Duitsland-Hongarije] tot de overwonnenen behoorde, in 1919 werd ontmanteld, namen Frankrijk en Groot-Brittannië de controle over het Midden-Oosten over, zonder iets te begrijpen van deze eenheid in verscheidenheid. Zij zagen slechts een geheel van 'meerderheden' en 'minderheden', hetgeen specifieke Europese noties waren. Voor de Westerlingen zijn taal, religie en ras de samenstellende elementen van een gemeenschap. Bijgevolg zullen zij de religieuze identiteiten overwaarderen, 'minderheden' voorrechten geven, d.w.z. degenen die niet tot de [orthodox-islamitische] soennitische richting behoren: christenen, heterodoxe moslims (shi'ieten, ismaïlieten, droezen). Zo bewerkstelligden zij een ware verbrokkeling van de regio, door communautaire sentimenten te doen ontwaken. De deling van het Midden-Oosten was door de Europeanen al vóór de het einde van de oorlog gepland ... Absoluut. In 1916 hebben de Fransen en de Britten in het geheim het gebied onder elkaar verdeeld. Tezelfdertijd zegden de Britten aan de Hashemieten - die een klein koninkrijk in de Hidjaz bestuurden, waar zich de [voor moslims] heilige plaatsen Mekka en Medina bevinden - in hetzelfde gebied de vorming toe van een verenigd Arabisch koninkrijk (Arabisch Schiereiland, Irak, Syrië, Libanon, Jordanië, Palestina)! En in 1917 had de Britse minister van Buitenlandse Zaken, Lord Balfour, verzekerd dat Palestina zou toevallen aan de joodse gemeenschappen in Europa. Overigens, zonder te voorzien dat de opdeling van Anatolië [het huidige Turkije], als voorzien in het Verdrag van Sèvres (1920), door doortastend optreden van Mustafa Kemal [Atatürk] zou worden verhinderd. Toen reeds Palestina voor de joden? Het idee van een terugkeer van joden naar Palestina was niet nieuw. Het was geopperd sinds de expeditie van Napoleon Bonaparte naar Egypte. De eerste joodse nederzettingen zijn in 1897 door de Zionistische Beweging van Theodor Herzl opgericht. Tot dan toe leefden moslims, christenen en joden met elkaar samen in vrede ... In 1919 hebben de Verenigde Staten de imperialistische doelstellingen van de Fransen en de Britten geprobeerd te beteugelen. Zij zonden een onderzoekscommissie naar het Midden-Oosten die met een overduidelijk advies kwam: Het is de wens van de Arabieren om, onder de vleugels van de Hashemieten, zich te verenigen in één enkele staat. En de Amerikanen preciseerden, dat men niet moest proberen een exclusief joodse staat in Palestina te stichten, hetgeen zou uitdraaien op de verdrijving van de Palestijnen uit hun land. Dit alles werd duidelijk gezien ... Maar men luisterde niet naar de adviezen van de Amerikanen ... Nee. De Fransen en de Britten zagen de activiteiten van deze commissie als een ontoelaatbare inmenging in hun aangelegenheden. De Arabische gebieden zijn toen 'onder mandaat' geplaatst: Frankrijk kreeg de zeggenschap over Syrië en Libanon; Groot-Brittannië nam Irak, (Trans-)Jordanië en Palestina, bovenop Egypte dat Londen al sinds 1882 bezet hield; en Italië bezette in 1911 Libië. Eén grote Arabische staat was niet langer aan de orde! En evenmin om nog langer te overleggen met de Hashemieten uit het Arabisch Schiereiland, die een modern Arabisch nationalisme voorstonden dat teveel weerklank had gevonden. Op het Arabisch Schiereiland bewerkstelligden de Britten bovendien hun val en plaatsten daar in 1926 de Saoed-familie op de troon, die aanhangers waren van het Wahabisme - een fundamentalistische stroming binnen de Islam, die zeer regio gebonden was en die er een strenge en benepen opvatting van de shari'a [islamitische wetgeving] op nahoudt. De westerse machten oriënteerden zich niet op de gematigden. Het is eenvoudiger om te maken te hebben met stamhoofden die de moderniteit afwijzen dan met moderne, maar nationalistische elites. In de loop van de daaropvolgende periode was er sprake van een zwaar drukkende overheersing door Frankrijk en Groot-Brittannië van de diverse Arabische landen, die alle modernistische en democratische aspiraties smoorde en de religieuze identiteiten versterkte (verdeel en heers!). Zo sloeg Frankrijk, ten tijde van haar mandaat, op bloedige wijze opstanden neer, zoals die van de Droezen in Syrië, waarbij het meerdere malen Damascus bombardeerde. In Palestina liet Groot-Brittannië de structuren van een proto-staat voor joden tot stand komen ... Tijdens de Tweede Wereldoorlog veranderde de situatie in het Midden-Oosten niet? Er waren opstanden in Irak, die door de Britten snel werden neergeslagen. Vanaf 1943 eisten Libanezen en Syriërs onafhankelijkheid. Maar in datzelfde jaar zette Frankrijk - een ongehoorde stap - de president van de Republiek Libanon en de gehele ministerraad drie weken lang gevangen, onder het voorwendsel dat zij van plan waren in hun Grondwet geen enkele verwijzing naar het Franse mandaat te maken en het Arabisch tot de officiële taal te verklaren. Het zou nog drie jaar duren en een klacht bij de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties vergen, alvorens mem het vertrek van de Franse troepen gedaan kreeg. Na de Tweede Wereldoorlog barst het Midden-Oosten uiteen, verdeeld geraakt door de veelvuldige interventies van westerse machten en verlamd door de stichting van de Staat Israel. Toen de Verenigde Naties in 1947 het besluit namen om het Mandaatgebied Palestina te verdelen tussen joden en Palestijnen, was een oorlog tussen beide gemeenschappen onvermijdelijk. De Arabieren konden niet begrijpen waarom zij de rekening moesten betalen voor de Holocaust en voor misdaden die in Europa tegen joden zijn begaan. Waarom gaf men Beieren niet aan de joden, of waarom vangt men hen niet op in de Verenigde Staten? In Palestina heeft men niet vijandig gestaan tegenover een joodse aanwezigheid en een immigratie van joden op bescheiden schaal. Door alle tijden heen is er sprake geweest van een joodse aanwezigheid, evenals van een christelijke. Maar wat voor de Arabieren onacceptabel was, was de vorming van een aparte joodse staat. Een stroming binnen het zionisme (die van Martin Buber) was daar evenmin voor. De Arabieren wezen bijgevolg de VN-resolutie inzake de verdeling van Palestina af. Het Israelisch-Palestijns conflict is ontstaan. En de geo-politiek van de regio zal er nadien door worden bepaald. In 1948 zijn de Arabische legers door de joodse milities verslagen. De organisatie van de Verenigde Naties verzocht om een internationale status van Jeruzalem en garandeerde de verdreven Palestijnen het recht op terugkeer, waaraan door Israel geen gehoor is gegeven. Deze eerste ronde van confrontatie heeft geleid tot de val van de regeringen van Syrië (1949) en vervolgens die van Egypte (1952), waar de militairen de macht grepen. De beide landen gingen zich op de Sovjet-Unie oriënteren, terwijl de Verenigde Staten probeerden Irak, Libanon en Jordanië in haar invloedssfeer te krijgen, naast Saoedi-Arabië, om zo een tegenwicht te bieden aan de groeiende invloed van de Sovjet-Unie in de regio. Frankrijk en Groot-Brittannië verdwijnen van het toneel, De Sovjet-Unie en de Verenigde Staten nemen hun plaatsen in. En met laatstgenoemde machten doet de Koude Oorlog zijn intrede in het Midden-Oosten. De Arabische wereld wordt opgedeeld in een deel dat door 'progressieve' regimes wordt geregeerd, die uit alle macht gaan nationaliseren en zich economisch op de Sovjet-Unie oriënteren, en een ander deel dat cliënt van de Verenigde Staten wordt. In die dagen zien de zogeheten 'niet-gebonden landen' in de Sovjet-Unie een tegenwicht tegen het westers imperialisme. De Palestijnse nationale beweging komt overal in de regio op dankzij de steun van talrijke politieke groepen en van zogeheten 'progressieve landen'. Vervolgens de bekende lange lijst conflicten: De onfortuinlijk verlopen Frans-Britse Suez-expeditie in 1956, de Juni-Oorlog van 1967, de Oktober-Oorlog van 1973 ... Ondanks het Camp David-Akkoord [tussen Israel en Egypte], waardoor Egypte de zeggenschap over de Sinaï-Woestijn terugkrijgt, is de brand in de regio er niet door geblust. Het conflict tussen Israel en de Palestijnen zal zich de volgende 15 jaar voortslepen, en wel op het grondgebied van Libanon, dat twee keer door Israel wordt binnengevallen (in 1978 en 1982), onder het voorwendsel de gewapende Palestijnse groeperingen uit te schakelen. Men gaat door elkaar te bestrijden, ditmaal in een gebied met een beperkte oppervlakte. De Libanezen maken 15 jaar van lijden door (1975-1990). In het daaropvolgende decennium zullen de pogingen om vrede tot stand te brengen niet slagen, aangezien de Oslo-Akkoorden van 1993 van hun inhoud zullen worden ontdaan door de voortzetting van de Israelische politiek van kolonisatie. Een andere factor zet in deze periode de zaken op z'n kop: de olie. Tussen 1973 en 1985 incasseren de olieproducerende landen ongeveer 1 biljoen (1000 miljard) dollar aan inkomsten! Saoedi-Arabië werd een financiële macht van betekenis. Een deel van dit geld is nadien gebruikt om de wahabitische versie van de Islam in alle islamitische landen te promoten. Het islamisme bevorderen - dat is ook wat het Westen in Iran doet, waarbij op religieuze rivaliteiten is ingespeeld. Zeker. Om de invloed van het communisme tegen te gaan kijken de Verenigde Staten met een welwillend oog naar de islamistische groeperingen en bevorderen de machtsovername door mullahs in Iran: Imam Khomeini wordt aanvankelijk gezien als een bliksemafleider voor het communisme. Frankrijk ontvangt Khomeini en behandelt hem als een heus staatshoofd. Daarna - na de bezetting van de Amerikaanse ambassade in Teheran - creëert het Westen een duivels beeld van de Shi'a-Islam en hemelen tegelijk het soennitische Wahabisme op, dat wordt gezien als een bondgenoot van het Westen. Men begrijpt niet dat het radicale islamisme de erfgenaam van communistische partijen is: Het islamisme heeft dezelfde anti-imperialistische visie op de wereld, dezelfde afkeuring, zij het dat de vocabulaire een andere is. In de hele regio bekeren veel 'progressieven' van diverse pluimage zich tot taaie partisanen van het Khomeinisme. Zij hebben iets beters gevonden dan het communisme om het Westen angst aan te jagen! In 1980 is het Saddam Hoessein die, nadat Irak een oorlog tegen Iran had ontketend, logistieke steun van het Westen ontvangt. Irak komt uit de oorlog met een enorme schuldenlast en overbewapend. In 1990 valt Saddam Hoessein Koeweit binnen, nadat dit land had geweigerd om Iraks schuld kwijt te schelden. Het vervolg is bekend. Balans van de afgelopen decennia: Een ramp. Het minste dat men kan zeggen is dat het Westen de democratie niet bepaald heeft geëxporteerd! Het Westen heeft tegelijk islamistische groeperingen én dictatoriale regimes gesteund. Het Midden-Oosten is overigens opnieuw een economische dwerg geworden omdat fortuin uit de verkoop van olie niet ingezet is voor een snelle industrialisering. Bovendien heeft de politiek van het Westen in de regio waarbij met twee maten wordt gemeten - en die Israel in staat heeft gesteld om, in strijd met het internationaal recht, zijn bezetting van de Palestijnse gebieden voort te zetten - ertoe bijgedragen dat beleden democratische beginselen met voeten zijn getreden. Dit heeft groeperingen van islamisten de wind in de zeilen gegeven, die alle anti-westers zijn geworden vanwege de permanente stationering van Amerikaanse troepen op het Arabisch Schiereiland. Feitelijk heeft het Westen in dit deel van de wereld de rol gespeeld van pyromaan, vermomd als brandweerman. Het heeft het zaad van instabiliteit en geweld gezaaid en met lompe methoden branden geblust. De blindheid is totaal geweest. Zekere Amerikaanse en Franse islamologen verklaarden ten tijde van de oorlog in Afghanistan tegen de Russische bezetting in alle ernst dat het islamisme geen enkel gevaar inhield en dat het een overgang doormaakte naar de moderniteit! Voor u is er sprake van neergang in het Midden-Oosten. Zeker. Het is een relaas van neergang van de Arabische samenlevingen, die niet bij machte zijn om weerstand te bieden aan de Turks-Osmaanse overheersing, daarna aan het Westers kolonialisme en aan de fragmentatie van de regio, en vervolgens niet bij machte zijn om gerespecteerde actoren in de moderne internationale orde te worden. De Arabieren zijn de eeuwige verliezers in het mondiale spel. Hun geschiedenis is die van de overwonnenen. Alle pogingen die in de afgelopen halve eeuw zijn gedaan om deze neergang een halt toe te roepen, zijn op niets uitgelopen. Daarbij is het Midden-Oosten op dezelfde wijze de nieuwe eeuw ingegaan als de vorige, ditmaal niet onder de plak van Frankrijk en Groot-Brittannië, maar onder de voogdij van de almachtige Verenigde Staten - een voogdij die gelukkig door enkele Europese landen wordt aangevochten. Aan het eind van dit korte historische overzicht vraagt men zich af, hoe zwaar het verleden drukt op de drama's van vandaag. In deze regio is de Geschiedenis een omstreden onderwerp, een bron van niet aflatende polemieken. De toekomst wordt helaas eerder gezien als functie van een mythische visie uit het verleden, de Gouden Eeuw van de islamitische beschaving. Anders dan elders blijft het Midden-Oosten steken in een gedrag dat tot niets leidt. Om deze zwaardrukkende historische trend om te buigen, moet men een democratische rechtsorde tot stand brengen, die seculier is en die niet gebonden is aan enige gemeenschap - inbegrepen in Israel. Dat zal tot de mogelijkheden gaan behoren indien de Westerse mogendheden het goede voorbeeld geven door zelf op een juiste wijze dit recht toe te passen, met name op het internationale vlak, waar het niet zo kan zijn dat er verschillende toepassingen gelden, die al dan niet consequent worden gehanteerd. uit: l'Express van 27 februari 2003, pp.60-63 Dominique Simonnet is redacteur van l'Express vertaling: Jochem van Oosten Van Georges Corm verscheen in 2001 bij Gallimard (Parijs) de vermeerderde herdruk van het standaardwerk Le Proche-Orient éclaté - 1956-2000; 1068 pp.
|
verschenen in Soemoed,
jaargang 31, nummer 3-4, mei - augustus 2003, pp. 4-6
|