Jochem van Oosten
FATAH is de oudste en van oudsher de grootste Palestijnse
bevrijdingsorganisatie. De afgelopen 50 jaar hebben zich - onder een
reeks van invloeden - evenwel belangrijke verschuivingen binnen de
diverse Palestijnse gemeenschappen voorgedaan, die zich nu ook op het
politieke niveau beginnen te vertalen.
Zo is vanaf eind december een begin gemaakt met gefaseerde
gemeenteraadsverkiezingen in de Bezette Gebieden. Al in mei 2004 was
daartoe door het leiderschap van het Palestijns Nationaal Gezag (PNA)
- toen nog met Yasser Arafat - besloten, in een poging het hoofd te
bieden aan groeiende kritiek in eigen kring over het gevoerde beleid.
In 1976 was daarvan voor het laatst sprake geweest. De Israelische
bezetter dacht de groeiende invloed van de Palestijnse
Bevrijdingsorganisatie (PLO) te kunnen stuiten door een lokaal
leiderschap in het zadel te helpen. Het bleek een misrekening te zijn.
Van de 116 gekozen vertegenwoordigers waren er 96 aanhangers van de
PLO. In juni 1980 probeerde Israel drie van de gekozen burgemeesters
te liquideren: Bassam Shaka'a Nabloes), Karim Khalaf (Ramallah) en
Ibrahim al-Tawil (al-Bireh). Shaka'a's beide benen moesten geamputeerd
worden nadat een bom in zijn auto was geëxplodeerd. Khalaf verloor een
voet, nadat ook zijn auto was ontploft en zou uiteindelijk aan
gangreen sterven. al-Tawil ontsnapte aan verminking, dan wel de dood
doordat de bom die in zijn auto was verstopt tijdig werd ontdekt. Twee
andere burgemeesters, Mohammed Milhem en Fahd Qawasmeh, werden in 1980
naar Jordanië gedeporteerd. De Israelische bezettingsmacht zou in de
daaropvolgende periode de meesten van de overige gekozen burgemeesters,
onder wie alle PLO-aanhangers, uit hun functie zetten.(1)
In het Oslo-tijdperk (1993-2000) is het evenmin tot
gemeenteraadsverkiezingen gekomen. Dit was vooral ingegeven door de
vrees van de PNA-leiding - die na 1993 formeel het bestuur in delen
van de Bezette Gebieden in handen had gekregen - dat de inmiddels
sterk opgekomen islamistische bevrijdingsbeweging HAMAS veel stemmen
zou weten te verwerven. Van dit laatste was sprake vanwege haar
aandeel in het verzet tegen de Israelische bezetting en dankzij haar
maatschappelijk werk ten behoeve van een groeiend aantal Palestijnen
dat het hoofd nauwelijks boven water kon houden.
Inmiddels hebben de eerste ronden in de gemeenteraadsverkiezingen
plaatsgevonden: Zo zijn de inwoners van 26 districten op de Westelijke
Jordaanoever op 23 december jl. naar de stembus gegaan. FATAH won de
meerderheid van de zetels in 12 gemeenteraden, HAMAS in 7 (ofwel: van
0 op 7); in de overige 7 districten wist geen van de beide partijen
een duidelijke meerderheid te verwerven en zal coalitievorming vereist
zijn.
Bij gemeenteraadsverkiezingen op 27 januari in 10 districten in de
Strook van Gaza is HAMAS als duidelijke overwinnaar uit de strijd
gekomen: Zij won de meerderheid in 7 van de 9 gemeenteraden en
behaalde 77 van de 118 zetels; FATAH kreeg 26 zetels; 14 zetels gingen
naar onafhankelijke kandidaten en 1 naar het Volksfront voor de
Bevrijding van Palestina (PFLP).(2)
Voor mei staat een nieuwe ronde op het programma in ondermeer
belangrijke steden als Ramallah, Nabloes en al-Khalil (Hebron).
Volgens de Palestijnse politicoloog Khalil Shiqaqi is voor veel
kiezers de kwestie van de corruptie en de vriendjespolitiek binnen de
PNA bij hun keuze bepalend geweest. Zij hebben niet zozeer voor HAMAS
of FATAH gekozen, maar voor kandidaten die zich niet aan bovengenoemde
activiteiten schuldig hebben gemaakt. De FATAH-kandidaten worden -
anders dan die van HAMAS - als corrupt gezien.(3)
Hoewel de verkiezingen voor het presidentschap van de PNA op 9 januari
jl., die door FATAH-kandidaat Abu Mazen (Mahmoud Abbas) met een ruime
meerderheid zijn gewonnen [zie het vorige nummer van Soemoed; red.],
door HAMAS zijn geboycot, heeft de organisatie medio maart laten weten
wèl aan de verkiezingen voor de Palestijnse Wetgevende Raad (het
parlement van de PNA) deel te zullen nemen. Deze staan gepland voor 17
juli a.s.
HAMAS geeft met dit alles aan, dat zij de tijd rijp acht om haar
gestegen prestige en groeiende invloed politiek te gaan verzilveren.
Daarbij wordt gekozen voor een krachtige positie op lokaal niveau en
in het parlement, zonder mede regeringsverantwoordelijkheid te willen
dragen. Want dat zou de organisatie dwingen een duidelijker (pragmatischer?)
positie in te nemen ten aanzien van overleg met Israel, zoals dat door
de PNA-leiding - met steun van FATAH - wordt gevoerd. Via
gemeenteraden en parlement kan verder gewerkt worden aan de 're-islamisering'
van de Palestijnse samenleving en de staat - overeenkomstig de
strategie van de Moslimse Broederschap waaruit de organisatie is
voortgekomen.
Binnen FATAH wordt daarentegen met schrik geconstateerd dat de steun
voor de organisatie zwaar aan erosie onderhevig is. FATAH-kopstuk
Marwan Barghouti (in Israelische gevangenschap) en de zijnen bepleiten
al jaren een krachtig optreden tegen corruptiepraktijken en
vriendjespolitiek en eisen ingrijpende hervormingen binnen zowel FATAH,
de PLO als de PNA. Daarbij zou de zogeheten Jonge Garde meer
bevoegdheden verleend moeten worden. De Oude Garde - gepersonifiëerd
door PNA-president Abu Mazen, premier Ahmad Qureia, Nabil Sha'ath (buitenlandse
zaken) en anderen in de lagere regionen van de PNA - lijkt, ondanks de
slechte resultaten in de eerste ronden van de
gemeenteraadsverkiezingen, daarvoor vooralsnog niet te voelen en geeft
de voorkeur aan coöptatie van personen die tot de Jonge Garde worden
gerekend (zoals veiligheidschef Mohammed Dahlan, die in de nieuwe
PNA-regering is opgenomen en die overigens als corrupt bekend staat).
Tot grote woede van de Jonge Garde zullen verkiezingen voor een nieuw
leiderschap binnen FATAH pas na die voor de Palestijnse Wetgevende
Raad plaatsvinden - met andere woorden: de Oude Garde zal zelf de
lijst van deelnemende kandidaten bepalen. Zowel binnen als buiten
FATAH wordt inmiddels voor een splitsing gevreesd. Een aantal
FATAH-prominenten, onder wie een tiental leden van de Palestijnse
Wetgevende Raad, hebben de organisatie reeds de rug toegekeerd.
Het mag duidelijk zijn dat een eventuele splitsing binnen FATAH de
positie van HAMAS verder zal versterken.
noten
1 'First Palestinian Municipal Elections in 28 Years Hindered by
Israeli Arrests of Candidates, Checkpoints'; Palestine Monitor van 23
december 2004.
2 National Democratic Institute, Report on Palestinian Elections for
Local Councils - Round One; Beit Hanina, Jeruzalem/Washington, 2005;
p. 18.
3 National Public Radio, 'Profile - Turmoil in Fatah Movement'; 27
maart 2005.
Jochem van Oosten is politicoloog en redacteur van Soemoed.
Verschenen in Soemoed, jaargang 33, nummer 2 (maart - april),
pp. 6-7
|