Algemene
Verkiezingen van 25 januari 2006 - de cijfers
Op 25 januari 2006 zijn in de (nominaal) Autonome Palestijnse Gebieden voor de tweede maal Algemene Verkiezingen voor de samenstelling van de 132 leden tellende Palestijnse Wetgevende Raad (PLC), het parlement van het Palestijns Nationaal Gezag (PNA). De eerste maal gebeurde dat op 20 januari 1996, toen de PLC nog 88 leden telde. Anders
dan bij de verkiezingen van 1996, toen op basis van evenredige
vertegenwoordiging is gestemd, gold ditmaal een gemengd kiessysteem.
Daarbij werd de ene helft van de 132 parlementszetels toegewezen op
basis van een districtenstelsel (met 16 kiesdistricten: 11 op de
Westelijke Jordaanoever en 5 in de Strook van Gaza), de andere helft
op basis van evenredige vertegenwoordiging via (11) nationale lijsten
(78 van de Westelijke Jordaanoever, 6 uit Oost-Jeruzalem en 48 uit de
Strook van Gaza). Voor geannexeerd Palestijns Oost-Jeruzalem gold een
andere regeling: Van de 48.443 kiesgerechtigden daar konden 5.349 hun
stem op vijf postkantoren uitbrengen, terwijl de overigen in
omringende dorpen en steden moesten gaan stemmen. Er waren
726 kandidaten, van wie 85 vrouwen (12 procent). Opnieuw zijn er 6
parlementszetels voor christelijke Palestijnen gereserveerd: 2 in het
district Jeruzalem, 2 in het district Betlehem, 1 in het district
Ramallah en 1 in het ditrict Gaza. Van de rond 3,5 miljoen Palestijnen in de Autonome Palestijnse Gebieden zijn er ongeveer 1,3 miljoen kiesgerechtigd. Van hen zijn circa 1 miljoen daadwerkelijk gaan stemmen (dat wil zeggen rond 77 procent, hetgeen tevens het opkomstpercentage is; in 1996 lag dat op 80 procent).
Commentaar
bij de cijfers: HAMAS is met 74 zetels van niets op 56,1 procent
gekomen en heeft daarmee een absolute meerderheid in de PLC behaald.
Van die 74 zetels kwamen er 29 via de nationale lijst van HAMAS (Verandering
& Hervorming) en 45 via de districten. Met 56,1 procent van de uitgebrachte
stemmen en een opkomstpercentage van rond 77 procent, heeft HAMAS
rond 43 procent van alle kiesgerechtigde Palestijnen achter
zich gekregen. FATAH
zag haar zetelpercentage dalen van 63 in 1996 tot 34,1 in 2006 (ofwel
minus 28,9 procent). Daarbij valt op, dat FATAH slechts 17 van de 45
zetels via de districten heeft binnengehaald (38 procent), HAMAS
daarentegen 45 van de 74 (61 procent). Dit duidt op de grote afstand
tussen de kiezer en de diverse lokale FATAH-kandidaten,
respectievelijk op de nauwe band van de kiezer met de diverse
HAMAS-kandidaten. De kandidaten van de overige partijen zijn allen via
nationale lijsten gekozen. Zij moesten het kennelijk vooral hebben van
hun landelijke bekendheid of die van hun partij. Ondanks
dat in de kieswet is vastgelegd dat elke deelnemende partij tenminste
20 procent van de kandidaten op de lijst vrouw moet zijn, hebben
uiteindelijk 17 vrouwelijke kandidaten een zetel in de 132 leden
tellende PLC verkregen (ofwel 13 procent). Van de 14 vrouwelijke
kandidaten die op districtslijsten stonden, wist geen enkele een zetel
te bemachtigen. Allen werden via de diverse nationale lijsten verkozen:
7 zijn gelieerd aan FATAH, 6 aan HAMAS en 4 aan andere lijsten. Van
de 132 gekozen parlementsleden zitten er 14 vast in Israelische
gevangenissen en wordt er een vastgehouden in een Palestijnse
gevangenis in Jericho (Westelijke Jordaanoever), die onder toezicht
staat van de CIA en de Britse geheime dienst. Van de 15 gevangen
gehouden parlementsleden zijn er 11 gelieerd aan HAMAS, 3 aan FATAH en
1 aan de PFLP.
cijfers:
Central Elections Commission, Palestine (definitieve uitslag via de
CEC-website); bbc.co.uk op 27 januari 2006; The Times (Londen)
van 25 januari 2006; Amin (Ramallah), herdrukt in Courrier
International (Parijs) # 797 (9-15 februari 2006); en The
Electronic Intifada van 4 februari 2006. (zie
voor een nadere toelichting de analyse van Jean-François Legrain, 'HAMAS
op het politieke toneel', elders in dit nummer van Soemoed) Jochem
van Oosten, redacteur Verschenen in Soemoed, nummer 1 (januari-februari 2006), jaargang 34, pp. 11-12
|