hou ze arm!
Gaza in het donker
Robert Bryce
Voor Israel is bezetting en algehele
militaire overheersing niet voldoende. Nee, Israel heeft aangegeven
dat het ervan verzekerd wil zijn dat de Palestijnen in de meest
schrijnende armoede blijven leven - armoede die veroorzaakt wordt door
het vrijwel verstoken zijn van betaalbare energie. Dat werd nog eens
duidelijk gemaakt in de vorm van de recente verwoestende luchtaanval
op de elektriciteitscentrale van Gaza-Stad, de enige centrale in
Palestijns gebied.
Door gevechtsvliegtuigen negen raketten op de centrale af te laten
schieten - een faciliteit zonder militaire betekenis - hebben de
Israeli's zich ervan verzekerd, dat de Palestijnen in de Strook van
Gaza en op de Westelijke Jordaanoever niet langer over een eigen
capaciteit beschikken om elektriciteit op te wekken. Dat betekent niet
dat de centrale groot was. Dat was deze niet. De centrale had een
capaciteit van slechts 140 megawatt, lang niet genoeg om de behoefte
van de Gazanen te kunnen dekken. In de praktijk produceerde de
centrale slechts 70 megawatt, hetgeen was toe te schrijven aan slechte
bedrijfsvoering door de Palestijnse autoriteiten, die onvoldoende
leidingen hadden aangelegd om al het vermogen van de centrale te
kunnen benutten.
Door de centrale te bombarderen, deden de Israeli's het aanbod aan
elektriciteit in de Strook van Gaza - een van de meest verarmde delen
van het Midden-Oosten - met 65 procent afnemen. Zij legden een van de
belangrijkste Palestijnse bedrijven plat - de Palestijnse
Elektriciteitsmaatschappij waarvan de aandelen op de Palestijnse Beurs
genoteerd staan. Ook sloegen zij elke kans op industrialisering in de
Strook van Gaza de bodem in.
In de wereldeconomie geldt als uitgangspunt: Naarmate het verbruik van
elektriciteit stijgt, neemt ook de welvaart toe. Gazanen zijn
verpauperd, in belangrijke mate omdat zij niet de beschikking hebben
over voldoende elektriciteit. De inwoners van Gaza verbruiken rond 654
kilowattuur elektriciteit per jaar. De Israeli's daarentegen rond
6.183 kilowattuur per jaar - ofwel tienmaal zoveel (in de Verenigde
Staten ligt het per capita verbruik op 12.406 kilowattuur per
jaar). Israeli's en Gazanen nemen respectievelijk de 27e en de 136e
plaats in op de wereldranglijst van per capita
energieverbruikers.
Elke inwoner van Israel staat 1.600 watt opgewekte elektriciteit ter
beschikking. Vóór het bombardement op de centrale lag dat voor de
Palestijnen op 35 watt. Thans is dat nul.
Door de elektriciteitscentrale plat te gooien, hebben de Israeli's
bovendien elke kans om binnen afzienbare tijd over schoon drinkwater
te gaan beschikken, de bodem ingeslagen. Een van de oorspronkelijke
doelen van de bouw van de 150 miljoen dollar kostende centrale, die in
het eind van de jaren negentig met steun van de toenmalige Amerikaanse
regering onder leiding van president Bill Clinton is gestart, was om
deze te verbinden met een ontziltingsinstallatie. Deze laatste zou
evenwel nimmer van de grond komen. Ook de centrale zelf zou door
toedoen van de Tweede Intifada pas twee jaar na voltooiing
operationeel worden. Dat de centrale uiteindelijk in maart 2004 van
start ging, was grotendeels te danken aan de vasthoudendheid en de
financiële steun van het in Athene (Griekenland) gevestigde
mega-bouwbedrijf CCC. Dit bedrijf was enkele decennia eerder gesticht
door Said Khouri, die afkomstig was uit Safad in Noord-Israel.
Wat de bevoorrading met schoon drinkwater betreft, is voor de Strook
van Gaza grootschalige ontzilting van zeewater de enige optie. Met
ontzilting is een grote hoeveelheid energie gemoeid. Ishai Menuchin -
een onderzoeker van Oxfam die in Jeruzalem werkt - vertelde mij dat,
wat Palestina en Israel betreft, 'de water- en energiekwestie
hand-in-hand gaan'.
Niet alleen zou de centrale schoon drinkwater helpen produceren. Deze
zou bovendien op aardgas draaien - aardgas dat betrokken zou worden
uit het Gaza Marine-1 aardgasveld, dat vlak voor de kust van Gaza is
gelegen en in 1999 door British Gas is ontdekt. Maar de Israeli's
hebben de Palestijnen verhinderd om een pijpleiding te bouwen, die hen
in staat zou stellen het eigen gas te gebruiken. De centrale in Gaza
is bijgevolg genoodzaakt brandstof van elders te betrekken - jazeker
uit Israel. Het aardgas van Gaza blijft onaangeroerd, waarmee het een
van de grootste niet in productie genomen aardgasvelden in het
Midden-Oosten is.
Terwijl de Strook van Gaza in de houdgreep zit, hebben de Israeli's in
Ashkelon - enkele kilometers ten noorden van Gaza - een van de
grootste ontziltingsinstallaties ter wereld in gebruik genomen. Deze
heeft een capaciteit van 100 miljoen kubieke meter per jaar. Het
project, dat een joint venture is tussen de Franse watergigant
en Israelische belangen, omvat een op aardgas gestookte
elektriciteitscentrale met een capaciteit van 80 megawatt. De centrale
maakt gebruik van aardgas uit een aardgasveld, dat in de territoriale
wateren van Israel is gelegen.
Afgelopen jaar, tijdens een bezoek aan Ramallah, zei de onderminister
van Energie en Natuurlijke Hulpbronnen: 'Zoals elk land willen wij op
het vlak van de energievoorziening onafhankelijk zijn.' Maar de
Palestijnen zullen nimmer energie onafhankelijk zijn, noch zullen zij
over hun eigen elektriciteitscentrales beschikken - althans niet
zonder toestemming van de Israeli's. Door de elektriciteitscentrale in
Gaza te bombarderen hebben de Israeli's duidelijk gemaakt, dat zij
voornemens zijn om de Palestijnen in het donker en in hemelschreiende
armoede te houden, voor zolang het hen belieft.
uit:
Counterpunch van 3 juli
2006
Robert Bryce is hoofdredacteur van
Energy Tribune en auteur van Cronies - Oil, the Bushes, and the
Rise of Texas, America's Superstate; New York, Public Affairs,
2005 (nieuwe editie); 327 pp.
vertaling: Rudi Cornelissen
Verschenen in Soemoed,
jaargang
34,
nummer 4
(juli - augustus 2006)
, pp. 7-9
|