taalkolonialisme

Humpty Dumpty in Palestina

Lucas Catherine


'When I use a word', Humpty Dumpty said in a rather scornful tone, 'it means just what I choose it to mean - neither more nor less. The question is, which is to be master, that's all.' (uit: The Complete Illustrated Lewis Caroll)

Een aspect van de zionistische kolonisatie in Palestina waar weinig over werd geschreven, is de strijd om de naamgeving in het land. Vóór de eerste Europese kolonisten er arriveerden was alle naamgeving er al meer dan duizend vijfhonderd jaar Arabisch, ook al was de officiële taal van het Turks-Osmaanse Rijk Turks.

Daar zal vanaf 1878 verandering in komen. De verhebreeuwsing van Palestina komt op gang met de stichting van de eerste zionistische kolonie Petah Tiqva (Hebreeuws voor 'Poort van de Hoop') op grond van het Palestijnse dorpje Melabes. De eerste kolonisten arriveren met het Oude Testament in de hand en veranderen heel de naamgeving, net zoals zij zelf als persoon 'herboren joden' willen worden.

Zionisme als resultaat van eeuwenlange Europese jodenhaat.
Om dit echt te begrijpen is het belangrijk een van de essentiële kenmerken van het zionisme in herinnering te brengen. Het zionisme is niet alleen het product van het negentiende eeuwse nationalisme en kolonialisme, maar ook, en vooral, van het antisemitisme.

Europa is nooit tolerant geweest voor zijn minderheden. Zelfs niet op de primaire manier van de Arabieren: Bij hen kregen leden van minderheidsgodsdiensten, als zij bereid waren een bepaalde belasting (jizya) te betalen, het recht om zich, wat nu in België 'persoonsgebonden' materies [familierecht] worden genoemd, volgens hun godsdienst te organiseren: Trouwen, geboren worden, sterven, erven', ieder volgens zijn eigen specifieke religieuze wetgeving. In het Midden-Oosten overleven hierdoor nog altijd talloze christelijke varianten. Mijn godsdienstencyclopedie geeft alleen al zes soorten orthodoxen, naast nestorianen, jacobieten, melkieten, maronieten, katholieken en protestanten. In Europa belandde al wat niet Rooms was de brandstapel op. De eersten die het overleefden waren de zeventiende-eeuwse protestanten.

Met onze joodse medeburgers zijn wij wel het langst moorddadig om gegaan. Vanaf de vroege Middeleeuwen werden joden met de regelmaat van de klok massaal uitgemoord. Het begon al bij de eerste kruistocht. Het leger van Godfried van Bouillon vertrok op 10 augustus 1096. Zij volgden de Rijn. In het Rijnland woonden toen grote groepen joden, die zich vooral bezighielden met geldhandel. Zij waren de grote kredietverstrekkers, en ook de eerste slachtoffers. De verarmde ridders en een deel van de adel had zich in de schulden gestoken om de Palestina-expeditie te bekostigen. Om zich een volwaardig paard, een volledige wapenuitrusting en enkele dienaren die hem volgden aan te schaffen, moest een ridder al gauw vier keer zijn jaarinkomen besteden. Daarom gingen zij lenen bij joden. In het Rijnland dachten de kruisvaarders dat zij op de kosten konden besparen door hun geld bij de Rijnland-joden te recupereren. De manier was eenvoudig. Een massamoord. En zij bleven moorden tot zij Hongarije bereikten. Drieduizend joden werden zo omgebracht. Het bezorgde Godfried geen gewetensproblemen. Hij was dan ook geen doetje. Hij had niet alleen zijn moeders bruidschat verduisterd, maar perste de abdij van Orval, vlakbij zijn kasteel, met de regelmaat van de klok geld af.

De moordpartijen tegen joden bleven doorgaan, eeuwenlang, en niet alleen tijdens de Inquisitie met een heel grote opstoot van jodenhaat in de negentiende eeuw. Van zodra de Verlichting binnen de Europese joodse gemeenschappen binnendrong kwam er een integratieproces op gang. Joodse intellectuelen schakelden, tegen de wil van de rabbijnen in, niet alleen over van Jiddisch Duits naar algemeen Duits, maar gingen zich op alle mogelijke manieren emanciperen. Een deel van de Europese elite zal deze evolutie niet appreciëren. Zij willen dat de joden voor eeuwig outsiders blijven. Een vuile truc hierbij was de uitvinding van de term antisemitisme door Wilhelm Marr in 1879. Daarvoor was Europa grotendeels anti-joods geweest en formuleerde men die vijandigheid in religieuze termen. De nieuwe anti-joodse golf kreeg nu een racistische tint. Men ging de Europese joden associëren met andere, minderwaardige volkeren, de nieuw gekoloniseerden; daarom ging men een ruimere term hanteren, die alle 'semieten' bestreek, dus ook de Arabieren. (Algerije werd al vanaf 1840 gekoloniseerd.) In Oost-Europa werden door reactionaire krachten, waaronder het tsaristische regime, enorme pogroms georganiseerd. Een deel van de joden gaf het op en ging de discriminerende houding tegenover hen interioriseren. De zionisten onder hen hebben daarop besloten dat zij bij ons niet langer thuishoorden en zijn dan maar 2000 jaar teruggegaan in de tijd, richting Palestina. Naar hun 'land van herkomst'. Een vrijwillige terugkeer waar racisten als het Vlaams Belang nu voor de moslims alleen maar van kunnen dromen.

Dit veroorzaakte een enorm trauma. Vergeet niet dat de joden langer in West-Europa aanwezig zijn dan het christendom in de Nederlanden. Het zijn trouwens joodse gemeenschappen die het christendom binnen het Romeinse Rijk introduceerden en ook na de val van dit rijk bleven zij talrijk aanwezig. De grote Gentse historicus Henri Pirenne vermeldt joodse gemeenschappen in de vroege Middeleeuwen in Frankrijk, Spanje en Zuid-Italië (ondermeer Palermo, 598). In de zevende eeuw worden zij al massaal vervolgd in het Spanje van de Wisigoten. Dit terwijl het christendom pas in de Nederlanden wordt verspreid door Willibrordus en Bonifatius een eeuw later. Joden zijn dus langer in Europa aanwezig dan het christendom in onze streken.


een trauma verwoord in naamgeving

De historische breuk die het zionisme te weeg bracht, veroorzaakte dan ook een erg grote impact op zijn volgelingen. De zionisten gingen geloven dat zij inderdaad in Europa niet thuishoorden, maar anderzijds bleven zij zich als een stukje Europa gedragen, trots op hun symfonieorkest, of participerend aan het Eurovisie Songfestival en verder meespelend in de Europese voetbal- of basketbalcompetitie. De zionisten bouwden een joodse staat die koloniaal en racistisch is tegenover de autochtone bevolking, een stukje Europa, in pure 19e eeuwse Europese traditie. Het antisemitisme zorgde ervoor dat de zionisten een afkeer kweekten tegen hun Europese herkomst, en dit gaf shlilat ha-gola, (letterlijk: negatie van de diaspora), in het hebreeuws, de taal die in een vereenvoudigde vorm, aangepast aan de Jiddish-sprekende stichters van de staat, officiële taal werd. Daarom gingen de meeste kolonisten in Palestina ook hun namen verhebreeuwsen. De eerste premier van Israel, David Ben-Goerion, kondigde zelfs een wet af die alle staatsambtenaren verplichtte om dit te doen. Allemaal in de irreële hoop dat zij zo 2000 jaar diaspora konden negeren, doen of zij nooit uit Palestina waren weg geweest. Ik geef u enkele politici met hun oorspronkelijke, Europese naam: David Grün (Ben-Goerion), Golda Meyserson-Mabovitz (Meir), Moses Richter (Mosje Dayan), Shimon Persky (Peres), Isaak Rabinowitz (Yitzhak Rabin), Ehoed Berkovitz (Barak), Ariel Scheinerman (Sharon), Binyamin Mileikowsky (Netanyahoe) en de bekende schrijver Amos Oz heet oorspronkelijk Klausner.

Ook de Arabische joden, die pas in de jaren vijftig massaal arriveerden werden verhebreeuwst. Zij moesten hun moedertaal: Arabisch, Perzisch, Ladino omruilen voor het nieuwe Ivrit. En zij moesten opgaan in een maatschappij, gemodelleerd door de Europese stichters van de staat. Hun eigen geschiedenis, die geen pogroms had gekend, en ook hun cultuur verdween. Alle joden in Israel werden een 'uniforme massa'. Dat was toch de bedoeling. En dit merk je ook wanneer je Israelische statistieken leest. Er zijn 'De Joden', zonder dat men die gaat opdelen in Ashkenazim (Jiddisch-taligen uit West- en Oost-Europa) Sefaradim (Ladino-taligen), Maghreb-joden (die Frans of Noord-Afrikaans Arabisch dialect spraken), Iraakse (Arabisch of Koerdisch-talig) en Jemenitische (Arabisch-talig), Iraanse joden (Perzisch- of Koerdisch-talig). Terwijl men de Arabisch-talige Palestijnen die achterblijven na de grote verdrijving van 1948, gaat opdelen in moslims, christenen, droezen of circasiërs. Ook hier speelt het trauma, opgelopen in Europa. In Europa vormden de joden een minderheid, die volgens de zionisten gedoemd was om te verdwijnen. In de zionistische staat wordt de situatie nu omgekeerd: De oorspronkelijke meerderheid moet een zo klein mogelijke minderheid worden (vandaar de verdrijving en de statistische opdeling) die men het liefst ziet verdwijnen en ondertussen amper tolereert.

De nieuwe leider van de Arbeidspartij, Amir Peretz, is uit Marokko afkomstig, hij is er geboren als Armand Perez. Zijn familienaam heeft niets met die van Peres/Persky te maken. Die Slavische naam is afgeleid van het Russische woord voor peper. Eigenlijk heet Shimon Peres dus zo iets als Pepermans. Amir/Armand Peretz heeft een Ladino-Spaanse naam. Peretz is een vorm van Pedro, Pieter. Zijn naam zou je dus in het Nederlands kunnen omzetten als Pieters.

De zionisten gaan, zodra zij enige macht krijgen op welk stukje Palestina ook, de geografische namen veranderen. 'The question is, which is to be master, that's all.' Niet alleen de naam van het land veranderde van Palestina in Israel, maar ook riviernamen: Zo werd de al-Muqatta, de rivier die bij Haifa in zee stroomt de Qishon, de Sarar (ten zuiden van Jaffa), wordt de Soreq. De eerste, en ongeveer enige vallei die wordt opgekocht, tussen Haifa en Beisan, het Marj Ibn-Amr (de Grasvlakte van de Zonen van Amr) wordt Emek Israel (de Vallei van Israel).

Als het kan herneemt men namen uit de Bijbel (die vaak in de Arabische naam zijn bewaard gebleven) en maakt daarmee een Nieuw-Hebreeuwse versie, terwijl men de in Europa gangbare benaming laat verdwijnen. Haifa wordt Hefa, Beisan (Arabisch voor Baysan) wordt Beth Shean, Safed (Arabisch voor Safad) wordt Zefat. Akka, in het Oud-Nederlands St-Jan van Akren, wordt Akko, Jaffa wordt Yafo, Lydda: Lod, Askalan: Ashkelon, Isdud: Ashdod, al-Fula (Arabisch voor 'de Boonvormige') wordt Affula.

Ook steden op de Westelijke Jordaanoever ondergaan hetzelfde lot: Sebastiya wordt Shomeron, Nabloes wordt Shekhem. Zelfs steden in Galilea waar nooit een jood heeft gewoond (herinner u de uitdrukking uit de Bijbel ha-Galil ha-Goyim, het Galilea van de Ongelovigen) en waar ook nu nog geen joden wonen, worden verhebreeuwst. Zo de Galilese stad Shafa Amr (Arabisch voor 'de Geneeskracht van Amr'): In de stad ligt een geneeskrachtige bron en met dit water fabriceert een vindingrijk Palestijn roomijs, dat zeer wordt gezocht). Zij wordt Shefar'am.

Namen die in de Bijbel voorkomen, maar die men niet in de Arabische benaming terugvindt worden heringevoerd: Oem Rash Rash wordt Eilat, Diran wordt Rehovot.

Verder duiken nieuwe benamingen op, die de zionistische ideologie weerspiegelen en de oude naam verdringen. Zikhron Yacob: Nagedachtenis van Yakob (Rothschild), vroeger het Arabische dorp Zamarin. Natanya naar de Amerikaanse zionist Nathan Strauss), vroeger Oem Khalid. Kefar Yona (dorp van Yona Jean, naar de Belgische zionistenleider Jean Fischer) voorheen al-Muratir.(1)

Heel die naamgevingkwestie kan een beetje triviaal overkomen, maar de redenering die er achter ligt - te weten: doen of de diaspora nooit heeft bestaan, en of de joden nooit zijn weg geweest uit Palestina - heeft voor de Palestijnen verschrikkelijke gevolgen. De zionisten doen namelijk ook of de Palestijnen nooit hebben bestaan, en de Arabieren die er nu wonen of tot voor kort woonden, horen er volgens hen niet thuis. Zij hebben bijgevolg geen recht op terugkeer. De Wet op de Terugkeer geldt dan ook enkel voor joden. Eigenlijk benoemt heel dit spelletje met nieuwe-oude namen de kern van het probleem: Alle rechten voor de joden, zo weinig mogelijk rechten voor de Palestijnen.


noot

1 Moeten wij ons nu bij die nieuwe namen, die de nieuwe machtsverhoudingen weerspiegelen, neerleggen? Voor een groot deel wel. Wij kunnen immers moeilijk Sharon weer Scheinerman gaan noemen, of Netanyahoe Mileikowsky. Maar anders ligt het met de plaatsnamen die tot de jaren 1950 in onze atlassen hun oorspronkelijke Arabische naam hadden. Die kunnen wij best wel blijven gebruiken. Ikzelf heb het daarom steeds over Akka, Shafa Amr, Safad, Tiberias, Jaffa, al-Lid, Ramleh, Askalan, Ashdud, Bir al-Saba of al-Naqab, want ik voel mij niet verplicht om de nieuwe naamgeving van de zionistische Humpty Dumpty's over te nemen.


Lucas Catherine is publicist te Brussel. Laatst verschenen boeken: Palestina - de laatste kolonie? (Antwerpen, Epo, 2002) & Verre Kusten van Verlangen - curieuze reizen (Antwerpen, Epo, 2005).


Verschenen in Soemoed, jaargang 34, nummer 2 (maart - april 2006), pp. 14-16