post scriptum: algemene
verkiezingen in Nederland
Paul Kuiper
Hoe kan de verbittering tussen de islamitische en de westerse wereld
tegengegaan worden? Lijsttrekkers gaven antwoord op vragen van het
Humanistisch Vredesberaad.
Wat zou Nederland kunnen doen om de groeiende vijandigheid tussen de
westerse en de islamitische wereld tegen te gaan? Is dat niet een
kritieke vraag die uitgebreid besproken had moeten worden, zeker ook
in de verkiezingscampagne? Waarom vernemen wij daar zo weinig over?
Veel te weinig wordt gezien dat de verbittering in de islamitische
wereld tegen de westerse landen, en daarmee samenhangend de
terreurdreiging, veel sterker is dan nodig doordat vragen die voor
heel de islamitische wereld van het grootste belang zijn
veronachtzaamd worden in de westerse wereld, ook in Nederland.
In de islamitische wereld wordt bij voorbeeld dit niet begrepen:
Enerzijds is de oorlog tegen Irak gemotiveerd met de beweerde
aanwezigheid van massavernietigingswapens in dat land, en met de
bewering dat Irak in gebreke bleef VN-resoluties uit te voeren. Maar
anderzijds accepteert de westerse wereld wèl dat Israel al lang
massavernietigingswapens heeft, een gewoonte maakt van het negeren van
VN-resoluties, en ook het vernietigende oordeel trotseert dat het
Internationaal Gerechtshof geveld heeft over de gedeeltelijk op
Palestijns gebied gebouwde [Apartheids-]muur.
Op 11 november 2006 troffen de Verenigde Staten voor de 33e keer sinds
1982 in de Veiligheidsraad een resolutie die Israel kritiseerde met
een veto. En toen Israel in juli 2006 om een relatief geringe
aanleiding overging tot gruwelijke bombardementen op Libanon (1100
doden, en bijna een miljoen mensen dakloos) hielden de westerse landen
langdurig een VN-resolutie tegen die een onmiddellijk staakt-het-vuren
eiste. Op 1 augustus stelde EU-voorzitter Finland voor dat de EU zich
voor een onmiddellijk staakt-het-vuren zou uitspreken, maar de
Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken, Ben Bot, speelde er een
grote rol in om dit tegen te houden!
Het Humanistisch Vredesberaad (HVB) meent dat dit anders zou moeten.
Wij hebben daarom de volgende vragen voorgelegd aan alle lijsttrekkers
bij de verkiezingen voor de samenstelling van de Tweede Kamer van
november 2006:
1 Ziet u het als een gevaarlijke ontwikkeling dat in de wereld een
tweedeling dreigt te ontstaan tussen enerzijds de westerse landen en
anderzijds de islamitische wereld, waarvan een belangrijk deel
overtuigd is dat de westerse landen de islamitische wereld vijandig
gezind zijn?
2 Moet naar uw mening al het mogelijke worden gedaan om te voorkomen
dat in de islamitische wereld de verbittering tegen de westerse landen
steeds verder toeneemt, met als mogelijk gevolg dat terroristische
fundamentalistische bewegingen meer aanhang krijgen?
3 In aanmerking genomen dat Nederland de Amerikaans/Britse oorlog tegen
Irak gesteund heeft met als argument dat van Irak naleving van
VN-resoluties geëist moest worden, moet volgens u ook aan Israel de
eis gesteld worden dat het VN-resoluties en uitspraken van het
Internationaal Gerechtshof naleeft?
4 Is naar uw mening de langdurige bezetting van Palestijns gebied door
Israel en de steun die Israel geniet van de kant van de Verenigde
Staten en andere westerse landen een belangrijke oorzaak van het
wantrouwen en de verbittering tegen het Westen die in een groot deel
van de islamitische wereld heersen?
5 Moeten volgens u Nederland en de EU al het mogelijke doen om te komen
tot beëindiging van de Israelische bezetting van Palestijns gebied en
de vorming van een levensvatbare Palestijnse staat, en erkent u dat
daarvoor effectieve druk op Israel noodzakelijk is?
6 Bent u bereid om uit te spreken dat, als Israel blijft weigeren alle
bezette gebieden te ontruimen en mee te werken aan de vorming van een
Palestijnse staat, het EU-Associatieverdrag met Israel moet worden
opgeschort?
Antwoorden op deze vragen door (of namens) de lijsttrekkers zijn
ontvangen van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD), het
Christen Democratisch Appèl (CDA), de ChristenUnie (CU), de Partij van
de Arbeid (PvdA), de Socialistische Partij (SP) en GroenLinks. Het is
belangwekkend om te zien hoe de antwoorden per partij uiteenlopen.
Hierbij een samenvatting:
VVD, CDA en CU: geen enkele druk op Israel
Mark Rutte (VVD) bevestigde wel de wenselijkheid van 'een
levensvatbare Palestijnse staat', maar wilde zich niet uitspreken voor
enige druk op Israel, laat staan voor bovengenoemde concrete
maatregel. Op geen van de zes vragen wilde hij 'ja' zeggen. Hij
spreekt zich wel in algemene termen uit voor 'een goede
verstandhouding' tussen de westerse en de islamitische landen, maar
wil zelfs geen ja zeggen op de vraag of al het mogelijke moet worden
gedaan om te voorkomen dat in de islamitische wereld de verbittering
tegen de westerse landen steeds verder toeneemt (vraag 2). De VVD ziet
geen tweedeling tussen de westerse en de islamitische wereld, maar
juist tussen westerse landen en gematigde islamitische landen
enerzijds en radicale fundamentalistische islamitische landen
anderzijds. 'Het Westen moet zijn hand uitsteken naar gematigde
moslims.' Op de vraag of van Israel naleving van VN-resoluties moet
worden verlangd (3) wordt gezegd dat Israel de VN-resoluties alleen
moet uitvoeren 'als zijn veiligheid en voortbestaan gegarandeerd is'.
Uitdrukkelijk voegt de VVD toe dat de door Israel gebouwde Muur
'gerechtvaardigd' is 'zolang Israel doelwit is van terrorisme vanuit
de Palestijnse gebieden'. Elke druk op Israel wordt afgewezen.
Premier Balkenende (CDA) wilde in antwoord op de eerste twee vragen
niet verder gaan dan verklaren dat hij 'de interreligieuze en
interculturele spanningen buitengewoon serieus neemt'. Daarom spreekt
hij zich uit voor 'een geïnstitutionaliseerde dialoog'. Op de vragen 3
t/m 6 antwoordde hij afwijzend. Hij vindt het niet nodig van Israel
dezelfde naleving van VN-resoluties te verlangen als van Irak, omdat
we volgens hem in het geval van Israel slechts te maken hebben met
niet-afdwingbare resoluties van de Algemene Vergadering, niet van de
Veiligheidsraad.
Balkenende vindt de vraag of de Israelische bezetting van Palestijns
gebied en de steun die Israel van het Westen krijgt gezien kan worden
als belangrijke oorzaak van de antiwesterse verbittering in de
islamitische wereld (vraag 4), 'te simplificerend'. Volgens hem moet
juist de Arabische wereld haar houding wijzigen en 'niet het
bestaansrecht van Israel blijven ontkennen'. In plaats van druk op
Israel (5 en 6) wil Balkenende 'veiligheidsgaranties voor Israel' en
de eis aan HAMAS dat het 'de terroristische acties staakt' en Israel
en 'de vastgestelde verdragen' erkent. Hij voegt wel toe: Echter, waar
nodig spreekt het CDA Israel aan op zijn verantwoordelijkheden.
De CU wil niet spreken van 'tweedeling tussen de westerse en de
islamitische landen' (vraag 1), maar antwoordt wel 'ja' op vraag 2.
Ook op de vraag of Israel de VN-resoluties moet naleven (3) wordt 'ja'
gezegd, maar dit wordt weer belangrijk ontkracht door de toevoeging
dat de CU niet de VN-resoluties steunt over de Muur die Israel bouwt,
terwijl bovendien gesteld wordt dat niet Israel, maar juist 'de
Palestijnen' vaak de VN-resoluties hebben geschonden. Het antwoord op
de vragen 4-6 luidt ontkennend. De CU spreekt zich wel uit voor een
levensvatbare Palestijnse staat, maar wijst druk op Israel af. Volgens
deze partij is er 'vanuit Israel al de nodige actie ondernomen om te
komen tot vrede'.
de linkse partijen
De PvdA, de SP en GroenLinks antwoordden zonder meer 'ja' op de vraag
of al het mogelijke moet worden gedaan om de antiwesterse verbittering
in een groot deel van de islamitische wereld tegen te gaan (vraag 2)
en of van Israel naleving van alle VN-uitspraken moet worden verlangd
(3). Deze drie partijen zijn het er ook over eens dat de steun die
Israel, ondanks de langdurige bezetting van Palestijns gebied van de
kant van Amerika en andere westerse landen, geniet een belangrijke
oorzaak is van die verbittering (4). En dat 'effectieve druk' op
Israel noodzakelijk is om te komen tot beëindiging van de bezetting en
de vorming van een Palestijnse staat (5). Maar de wegen van de linkse
partijen scheiden zich bij de meest concrete vraag (6). Alleen
GroenLinks en de SP stemmen ermee in dat, als Israel medewerking
blijft weigeren, het EU-Associatieverdrag met Israel (waarvan de
Israelische oorlogseconomie grote voordelen geniet) moet worden
opgeschort. De PvdA wil zo ver niet gaan, al zegt deze partij dat
opschorting 'wel een mogelijkheid zou zijn'.
Het is naar onze overtuiging buitengewoon te betreuren dat de grote
partijen CDA en VVD zo weinig oog hebben voor het evidente feit dat er
met twee maten gemeten wordt waar het gaat om de westerse houding
tegenover landen als Irak en Israel. In de islamitische wereld is de
verbittering tegen het Westen dramatisch toegenomen. Daardoor krijgen
de op antiwesterse terreur gerichte extremistische islamitische
groeperingen steeds meer kansen om aanhang te winnen. Met alle
risico's van dien, ook voor onze eigen veiligheid. Hoe lang zal het
nog duren voordat wij gaan inzien dat wijzelf helpen het vuur op te
stoken dat wij allemaal zeggen zo graag te willen blussen? Ook bij de
PvdA valt op dat in beginsel het inzicht wel lijkt te bestaan, maar
dat men huiverig wordt zodra naar concrete drukmaatregelen tegenover
Israel wordt gevraagd. Hoe kan ooit een rechtvaardige oplossing voor
de Palestijnse kwestie bereikt worden als wij de moed niet opbrengen
daarvoor de middelen aan te wenden die ons zeer wel ten dienste staan?
Paul Kuiper is bestuurslid van het Humanistisch Vredesberaad.
---
Algemene Verkiezingen (26 november): de uitslag
de Tweede Kamer telt 150 zetels
Het CDA bleef de grootste partij, maar liep in zetelaantal terug van
44 naar 41; de PvdA ging nog sterker achteruit (van 42 naar 33
zetels); de SP kwam uit de bus als de grote winnaar en verdrievoudigde
zo ongeveer haar zetelaantal (van 9 naar 25); de VVD liep terug van 28
zetels naar 22 zetels; GroenLinks moest 1 zetel inleveren (van 8 naar
7); de CU verdubbelde haar aanhang (van 3 naar 6 zetels); omgekeerd
werd D66 gehalveerd (van 6 naar 3 zetels); tenslotte noemen wij de
nieuwe xenofobisch-rechtse Partij voor de Vrijheid, die met 9 zetels
in het parlement vertegenwoordigd zal zijn. Samenvattend: De
regeringspartijen (CDA, VVD en D66) verloren in totaal 12 zetels, de
linkse oppositie (PvdA, SP en GroenLinks) verstrekte - ondanks de
teruggang van zowel de PvdA als GroenLinks - haar positie met 6 zetels
(9 indien men ook de winst van de CU erbij optelt).
(zie ook het vorige nummer van
Soemoed voor een overzicht van de Midden-Oostenparagrafen in
de diverse partijprogramma's)
---
Verschenen in Soemoed,
jaargang
34, nummer 6 (november - december 2006),
pp. 23-25
|