de Routekaart - het 14-voudig voorbehoud van Israel (25 mei 2003)
  1. Vanaf de aanvang en gedurende het Routekaart-proces en als voorwaarde voor zijn voortzetting dient er rust te heersen. In de eerste fase van de Routekaart en als voorwaarde voor overgang naar de tweede fase moeten de Palestijnse terreurorganisaties [sic] ontmanteld worden [HAMAS, Islamitische Jihad, de Aqsa Brigade, Volksfront voor de Bevrijding van Palestina (PFLP) en het Democratisch Front voor de Bevrijding van Palestina (DFLP)];

  2. Niet het voorziene tijdschema is beslissend, maar de doorvoering van de Routekaart [lees: Israel verlangt een vrijbrief voor overschrijding van de gestelde deadline van eind 2005; red.];

  3. De samenstelling, dan wel verkiezing van een nieuw leiderschap vindt plaats in het kader van de doorvoering van de Routekaart;

  4. Het toezichthoudend mechanisme ligt bij de Verenigde Staten;

  5. De aard van de voorlopige Palestijnse staat zal de vrucht zijn van onderhandelingen tussen Israel en het Palestijns [Nationaal] Gezag (PNA); de staat zal voorlopige grenzen hebben en over bepaalde vormen van soevereiniteit beschikken, doch volledige gedemilitariseerd zijn en slechts beschikken over een politiemacht en een binnenlandse inlichtingendienst van beperkte omvang en bewapening. Israel zal het in- en uitreizen van personen en de in- en uitvoer van goederen, evenals het luchtruim [blijven] controleren;

  6. In het kader van een definitieve overeenkomst moet het bestaansrecht van Israel als joodse staat worden erkend en elke aanspraak op terugkeer van Palestijnse vluchtelingen naar de staat Israel worden opgegeven;

  7. De afronding van het Routekaart-proces betekent niet alleen het einde van het conflict, maar tevens het einde van alle verdere aanspraken;

  8. De toekomstige overeenkomst wordt door overeenstemming en directe onderhandelingen tussen de beide partijen [PNA en Israel] bereikt, zoals in de toespraak van Bush jr. op 24 juni 2002 gesteld [lees: de zwakke partij staat in de onderhandelingen alleen tegenover de sterke partij; red.]

  9. Over kwesties die betrekking hebben op de permanente status-overeenkomst [de status van de PA (PNA) en zijn instituties in Jeruzalem, de joodse nederzettingen in Judea, Samaria en Gaza [kolonistentaal voor de Westelijke Jordaanoever en de Strook van Gaza; red.] zij het dat er sprake zal zijn van een bevriezing van de bouw en het ontruimen van illegale [sic] nederzettingen en alle overige kwesties [Palestijnse vluchtelingen] zal niet worden onderhandeld; deze zullen aan bod komen in de permanente status-onderhandelingen;

  10. Een regeling op basis van de Routekaart zal een op zich zelf staande overeenkomst zijn; als enige mogelijke referentie zijn er de VN-Veiligheidsraadresoluties 242 en 338, maar dan uitsluitend als basis voor de geplande onderhandelingen over de permanente status-overeenkomst;

  11. Een voorlopige Palestijnse grondwet en een juridische infrastructuur zullen in samenwerking met Israel worden opgesteld;

  12. De hergroepering van de Israelische strijdkrachten naar posities van vóór 28 september 2000 [uitbreken Intifada] zal slechts plaatsvinden onder omstandigheden van volstrekte rust;

  13. Wanneer aan de [eerdergenoemde] veiligheidsvoorwaarden [van Israel wel te verstaan] is voldaan, zal Israel zich inspannen het dagelijks leven van de Palestijnen te normaliseren, de economische situatie te verbeteren, economische betrekkingen tot stand te brengen en erkende [Nota Bene] humanitaire hulpverleningsorganisaties in hun werkzaamheden bij te staan [of beter: niet langer voor de voeten te lopen; red.];

  14. Er bestaat geen verband tussen de vredesbesprekingen [sic] tussen Israel en de Palestijnen en [eventueel hernieuwde] onderhandelingen met Syrië en Libanon.

George Bush jr. en Colin Powell hebben Ariel Sharon laten weten, dat zij Israels bovengenoemde 14-voudige voorbehoud 'volledig en serieus' in hun overwegingen zullen betrekken. Dat dit een uitholling van de inhoud van de Routekaart betekent, blijkt ondergeschikt aan het Amerikaanse streven om Israel binnen boord te krijgen. Enig voorbehoud van Palestijnse zijde - waarvoor op z'n zachtst gezegd goede gronden bestaan - zou door het duo Bush/Powell vanzelfsprekend niet zijn geaccepteerd.


bronnen: Middle East International van 30 mei 2003; Neue Zürcher Zeitung van 3 juni 2003, Jeune Afrique / l'Intelligent nummer 2215 van 22-28 juni 2003; pp. 38-39.

 

verschenen in Soemoed, jaargang 31, nummer 3-4, mei - augustus 2003, dossier, pp. 7-8