'ontkoppeling' en etnische zuivering
|
Daphna Baram Israel heeft hier lang naartoe gewerkt. Diegenen van de 8000 joodse kolonisten in de Strook van Gaza, die nog niet naar Israel vertrokken zijn, lopen deze week de kans uit de joodse nederzettingen weggesleept te worden. Het grote gevecht tussen de 'orangisten' (joodse kolonisten en hun sympathisanten) en de 'blauwen' (joodse Israeli's die de terugtrekking steunen), gaat naar een climax. Politiek gesproken zijn de twee maanden die aan de 'ontkoppeling' vooraf zijn gegaan voor Israel crusialer geweest dan het gebeuren op zich. De hardnekkige strijd van de joodse kolonisten splijt het joodse deel van de bevolking van Israel in twee duidelijk van elkaar te onderscheiden kampen: de messianistische 'orangisten', wier loyaliteit eerder bij de grond ligt dan bij de staat, en de modale zionist die ernaar uitziet om terug te keren naar een oude droom van een 'bescheiden' joodse staat. Het is niet toevallig dat 'links' (de voorstanders van 'ontkoppeling') dit keer de nationale kleur - blauw - voor zich opeisten, terwijl radicaal-rechts zich daarvan verre hield. Het gaat hier om een intern joods geschil. De Palestijnen - die in de Strook van Gaza, die uitzien naar het vertrek van de joodse kolonisten en naar het eind van hun opsluiting binnen gevangenismuren; die op de Westelijke Jordaanoever, die een opleving van geweld door joodse kolonisten en verdergaande landonteigening vrezen; en die in Israel - zij allen zijn uitgesloten van het debat. De reden is, dat het hier om een exclusief joodse kwestie gaat, ondanks dat deze het leven van zowel joden als Palestijnen raakt. Dit werd afgelopen week ongewild duidelijk gemaakt door een gerespecteerde [?] Israelische politicus. In een interview met de BBC-actualiteitenrubriek Newsnight formuleerde vice-premier van Israel en leider van de Arbeidspartij, Shimon Peres, voor de zoveelste maal een waarheid als een koe, waarvan de essentie veelal over het hoofd gezien wordt: 'Wij trekken ons terug uit Gaza op grond van demografische overwegingen', zo zei hij. Let op: De wens om een joodse meerderheid in Israel te handhaven wordt door de meeste joodse Israeli's als een progressief streven gezien, in plaats van als racistisch, zoals dat in andere contexten het geval zou zijn. De 'ontkoppeling' van Gaza wordt gezien als een stap in de juiste richting, aangezien het Israel zal verlossen van de verantwoordelijkheid voor de daar woonachtige 1,3 miljoen Palestijnen. Daarmee zal de demografische balans tussen joodse Israeli's en Palestijnen, die in gebieden wonen die onder Israelische controle blijven, in het voordeel van Israel uitvallen. Dit alles tegen de zeer lage prijs van het verwijderen van 8000 van de 400.000 [!] joodse kolonisten in de Bezette Gebieden - met het bijkomend voordeel van gemakkelijk verkregen populariteit in de rest van de wereld en - daar draait het vooral om - een schouderklopje van de Verenigde Staten. De aard van het debat over 'ontkoppeling' werd benadrukt tijdens een conferentie op de Universiteit van Haifa in april van dit jaar. Het thema was: 'Het demografische probleem'. Gerespecteerde sociologen en demografen presenteerden papers waarin dit vermeende probleem werd behandeld. Een groep joodse en Palestijnse studenten, die buiten de universiteit demonstreerden, overhandigden de deelnemers certificaten 'gekwalificeerd racist'. De deelnemers negeerden het feit, dat een conferentie met een dergelijk thema in andere contexten eerder zou hebben gepast bij een facistische of racistische organisatie, dan bij een academische instelling met duizenden Palestijnse studenten. De staat dient volgens zionisten joods te zijn, en wel met een grote joodse meerderheid. Het is een opvatting die internationaal op vrij grote steun kan rekenen. En dat terwijl in de VN-resolutie van 1947 waaraan Israel zijn legitimiteit ontleent, een staat was voorzien met een bevolking die voor slechts 55 procent uit joden zou bestaan. Rekening houdend met verschillen in geboortecijfers tussen joodse Israeli's en Israelische Palestijnen, werd impliciet aanvaard dat joodse nationale rechten overeind gehouden konden worden in een staat zonder een numerieke meerderheid. Wanneer een 'probleem' eenmaal is onderkend, moet er een 'oplossing' voor worden gezocht. De voorstellen dienaangaande varieerden afhankelijk van de positie in het politieke spectrum. Zionistisch-rechts betoonde zich voorstander van transfer - dat wil zeggen de verdrijving van Palestijnen. Een creatieve notie in het politieke 'centrum' is een uitwisseling tussen Israel en een te vormen Palestijnse staat van gebieden met een hoge Palestijnse bevolkingsdichtheid - als gevolg waarvan honderdduizenden Israelische Palestijnen van hun staatsburgerschap zouden worden beroofd. In het centrum-linkse zionistische kamp gelooft men in het toekennen van een staat aan de Palestijnen in de Bezette Gebieden, om een zo een 'Zuidafrikanisatie' vóór te zijn. Daarbij hoopt men dat een stijging van de levensstandaard het streven van de 20 procent Israelische Palestijnen om grote gezinnen te stichten, zou afzwakken. De regering zèlf probeert al jaren, door het nemen van 'maatregelen', de groei van de Palestijnse bevolkingsgroep in Israel af te remmen. Zo wordt het Israelische Palestijnen - op grond van een reeks voorwendsels - onmogelijk gemaakt om hun echtgenoten/echtgenotes (Palestijnen uit de Bezette Gebieden) naar Israel over te brengen, of om voor hen het Israelische staatsburgerschap te verkrijgen. De redenen voor de weigering worden doorgaans in verband gebracht met veiligheid. Nu 'demografie' een volstrekt legitiem excuus geworden lijkt te zijn, stelt de staat zich duidelijker op. Nieuwe wetten maken het voor niet-Israelische partners van Palestijnen vrijwel onmogelijk om Israelisch staatsburger te worden. Recent ingevoerde wetgeving beoogt alle niet-joodse partners van Israeli's uit te sluiten van het verkrijgen van de Israelische nationaliteit. Ariel Sharon is met het idee gekomen om delen van Israel met een grote Palestijnse bevolkingsdichtheid 'weg te geven' aan het Palestijns Nationaal Gezag (PNA). Hij heeft dit idee nadien weer losgelaten, maar het blijft terugkomen en valt inmiddels regelmatig te beluisteren in gesprekken met mensen die zichzelf als progressief beschouwen. Het idee dat mensen het staatsburgerschap ontnomen kan worden in geval zij tot de 'verkeerde' etnische groep behoren, is overduidelijk racistisch, maar het wint aan populariteit in Israel. Na de 'ontkoppeling' van Gaza zullen Israeli's, die menen dat zij tot het 'weldenkende kamp' behoren, een begin moeten maken met het herdefiniëren van hun politieke doelen. Velen onder hen zullen verenigd achter het leiderschap van Sharon blijven staan en daarmee achter de etno-centrische veronderstellingen die daaraan ten grondslag liggen. Maar vele anderen beseffen, dat de strijd voor 'normaliteit' nooit gewonnen kan worden, zonder een eind te maken aan de bezetting van de Westelijke Jordaanoever en die van de Strook van Gaza. Degenen die tot dit kamp behoren - van wie sommigen door hun botsingen met de joodse kolonisten in de afgelopen maanden zijn geradicaliseerd - zullen zich uiteindelijk realiseren, dat er van normaliteit geen sprake zal zijn, zonder gelijkheid en gerechtigheid voor allen. Pas wanneer dat het geval is, zullen joods-Israelische progressieven een kans maken om een hoogst noodzakelijk verbond met de Palestijnse inwoners van Israel aan te gaan. De kans dat dit doel zal worden bereikt, mag thans klein lijken, maar dat neemt niet weg dat een dergelijk verbond van vitaal belang is voor het opbouwen van een nieuwe staat, die racisme afzweert, in plaats van iets te doen dat neerkomt op etnische zuivering van de Palestijnen. Als dit niet gebeurt, dan bestaat het risico dat oranje en blauw opnieuw samen een lelijke kleur gaan vormen.
Daphna Baram is een Israelische journaliste, gestationeerd in Londen vertaling: Rudi Cornelissen Verschenen in Soemoed, jaargang 33, nummer 5 (september - oktober), pp. 14-15
|