einde Tweede Intifada?

Op 8 februari jl. vond in de Egyptische badplaats Sharm al-Sheikh topoverleg plaats tussen PNA-president Abu Mazen (Mahmoud Abbas) en Israels premier Ariel Sharon. Bij die gelegenheid verklaarden beide leiders 'een eind aan de vijandelijkheden'. Is er daarmee een eind gekomen aan de Tweede Intifada, die op 29 september 2000 is uitgebroken en die inmiddels aan enkele duizenden Palestijnen (en enkele honderden joodse Israeli's) het leven heeft gekost?

Israel heeft in Sharm al-Sheikh toegezegd zich de komende maanden te zullen terugtrekken uit de grote Palestijnse bevolkingscentra, die het na het uitbreken van de Tweede Intifada opnieuw heeft bezet. Ontmanteling van de talrijke checkpoints is niet aan de orde - hoogstens verplaatsing - zodat de bewegingsvrijheid van 3 miljoen Palestijnen in de Bezette Gebieden ernstig beperkt blijft. Wel zal Israel de gerichte liquidaties van Palestijnse leiders staken en niet langer de woonhuizen opblazen van naaste verwanten van Palestijnse activisten, die zich met geweld tegen de Israelische bezettingsmacht hebben verzet.

Van de PNA-leiding eist Israel dat zij de diverse Palestijnse gewapende groeperingen niet zozeer tot het inachtnemen van een staakt-het-vuren beweegt, maar deze ontwapent en ontmantelt. Een onzinnige eis - en al helemaal gezien de politiek en militair zwakke positie van Abu Mazen en de PNA van dit moment.

Ongetwijfeld met laag gespannen verwachtingen is Abu Mazen vanaf 15 maart in (opnieuw) Egypte gaan overleggen met vertegenwoordigers van de diverse gewapende Palestijnse groeperingen. Op 17 maart mondde dit overleg uit in een zes-punten-overeenkomst - de zogeheten Verklaring van Cairo. Van een staakt-het-vuren richting Israel zal geen sprake te zijn, wel van een 'kalmte' tot aan het eind van 2005. Het verschil tussen een staakt-het-vuren en kalmte bleek te zijn, dat de groeperingen zich in het laatste geval van gewapend verzet zullen onthouden, maar zich tegelijk het recht voorbehouden om onmiddellijk terug te slaan, in geval er van Israelische zijde sprake is geweest van geweld tegen Palestijnen (Sinds 17 maart is daarvan al enkele malen sprake geweest).

Hoewel Abu Mazen niet aan de Israelische eis heeft kunnen voldoen, heeft hij met de overeenkomst in Cairo tijd gewonnen. Vervolgens hoopt hij met steun van met name de Verenigde Staten enigszins aan de in eigen kring gewekte verwachtingen te kunnen voldoen. Dit laatste is nog maar helemaal de vraag. Want Sharon en de zijnen zijn vooralsnog bezig eenzijdig hun eigen agenda af te wikkelen, waartoe behalve de ontruiming van de Strook van Gaza tevens de verdere kolonisatie van de Bezette Gebieden behoort: De bouw van de Apartheidsmuur gaat gewoon door, evenals de uitbreiding van de joodse nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever. Kortom, munitie genoeg voor meer geweld.

Het is daarom rijkelijk voorbarig om de Tweede Intifada voor beëindigd te verklaren - overigens zonder dat voortzetting op zich de perspectieven voor de Palestijnen er gunstiger op zal maken.

 


 

Redactioneel, Soemoed, jaargang 33, nummer 2 (maart - april 2005)